e_kb490.book Page 121 Tuesday, August 18, 2009 3:07 PM
3
Selecteer de LW-waarde met
de vierwegbesturing (45).
Kies een positieve (+) waarde voor lichte
opnamen. Kies een negatieve (-) waarde
voor donkere opnamen.
U kunt een belichtingscorrectiewaarde
kiezen tussen -2,0 en +2,0 LW in stappen
van 1/3 LW.
4
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
• Als het histogram wordt weergegeven in de opnamestand of
weergavestand, kunt u de belichting controleren (p.32).
• De belichtingscorrectiefunctie is niet beschikbaar in de stand
9 (Snelinstelling) of b (Autom. opname).
• Als u de instelling van de functie [Belicht. corr.] vaak wijzigt, kunt u tijd
besparen door deze functie toe te wijzen aan de knop Snelinstelling
(p.133).
De instelling van de belichtingscorrectiewaarde opslaan 1p.145
De helderheid corrigeren (Instelling D-Range)
Hiermee wordt het dynamische bereik vergroot en wordt voorkomen dat
zich heldere en donkere gebieden voordoen. Met [Hooglichtcor.] wijzigt
u de heldere gebieden als het beeld te helder is en met [Schaduwcorrectie]
wijzigt u de donkere gebieden als het beeld te donker is.
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Inst, D-range] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Inst, D-range] verschijnt.
Opnemen
2/4
Belicht. corr.
0.0
Video
Inst, D-range
Intervalopname
Knipperdetectie
Digitale zoom
Einde
MENU
3
121