INSTALLATIE-HANDLEIDING
Rijbanen schaarhefbruggen
ASS-4009/5009/T en ASS-4009/5009/T/WF
Instellen werkhoogtes
Indien gewenst kunnen er twee werkhoogtes ingesteld worden namelijk:
1.
Lage werkhoogte: om metingen uit te voeren.
2.
Hoge werkhoogte: om afstellingen aan de caravan uit te voeren.
Instellen lage werkhoogte
Laat de brug naar de gewenste hoogte stijgen.
Controleer of de beide rijplaten even hoog staan en juist uitgelijnd.
Draai de nokkenring aan de binnenkant van de hefbrug (ref. A Fig.17) rijbaan P1 los.
Verdraai de nokkenring totdat de nok van de ring op een afstand van max. 4 mm van de sensor zit. Draai de nokkenring weer vast.
Instellen hoge werkhoogte
Laat de brug naar de gewenste hoogte stijgen. Stel nu de nokkenring (ref. B fig.17) op dezelfde wijze af.
Indien beide werkhoogtes juist afgesteld zijn kunnen de werkhoogtes dmv. het bedienen van de knoppen op de bedieningskast
gecontroleerd worden.
Afstellen van de slipplaten
1.
Basisplaat
2.
Slipplaat
Lijn de slipplaten in zowel de horizontale als verticale richting uit met behulp van een waterpas. Doe dit door de stelbouten aan de onderkant
af te stellen.
Controleer de uitlijning van de slipplaten in zowel de onderste als bovenste positie van de hefbrug.
Rij een voertuig van 1300-1500 kg op de hefbrug en controleer nogmaals de uitlijning van de hefbrug.
Ontlucht nogmaals het systeem.
Het systeem is nu klaar voor gebruik.
Industrieterrein Ijsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT MONTFOORT, The Netherlands
Tel: +31 348 477000 Fax: +31 348 475104 Internet: www.autec.nl – E-mail: info@autec.nl
ASS4009-serie
hef
ASS5009-serie
A
B
Fig.17
2
1
Fig.18
AUTEC Hefbruggen bv
ISSUED 23-07-2008
11
nl/TD-ASS-4009/5009 serie -
-