4.
Functies
1
2 3 4 5 6 7 8 9
1
Draaggreep
2
Toets PROGRAM
3
Toets REPEAT
4
Toets PREV
5
CD-station
6
Display
7
Toets NEXT
5.
Bediening
5.1
Algemene functies
● Om een bronmodus (AM/FM/CD) te selecteren, zet u de schakelaar
FUNCTION (11) op de gewenste positie. Om het apparaat uit te
schakelen, zet u de schakelaar op de positie OFF.
● Draai voor aanpassing van het volume de draaiknop VOLUME (12) tot het
gewenste geluidsniveau is bereikt.
5.2
Radiofuncties
● Zet voor het kiezen van de radiobandbreedte de schakelaar FUNCTION
(11) op AM of FM.
● Draai voor het kiezen van een frequentie of radiostation de draaiknop
TUNING (10) tot de gewenste frequentie is ingesteld.
Leg voor een betere ontvangst van de FM-frequentie de antenne
i
uit. Draai voor een betere ontvangst van de AM-frequentie het
apparaat.
8
Toets STOP
9
Toets PLAY/PAUSE
10 Draaiknop TUNING
11 Schakelaar FUNCTION
12 Draaiknop VOLUME
13 FM-antenne
APRC5
10 11 12 13
17