10
10
Probleemoplossing
Probleem
De ALLUX
is vergrendeld en
TM
blokkeert wanneer de gebruiker
gaat zitten.
Er klinkt een geluid van eindimpact.
De ALLUX
TM
strekt niet volledig
in de zwaaifase.
De ALLUX
strekt niet volledig
TM
in de late fase van de standfase.
De hielverhoging is groot.
De tenen schuren over de grond
in het midden van de zwaaifase.
39
ALLUX
gebruikshandleiding voor prothesisten
TM
Te controleren
Zorg ervoor dat de gebruiker niet
halfweg stopt met het buigen van
de ALLUX
TM
.
Controleer of de instelling voor de
veiligheidsvergrendeling te gevoelig is.
Controleer of er geen belasting op
de tenen aangebracht wordt om
de ALLUX
TM
na de overgang naar
de zwaaifase te buigen.
Als het probleem niet opgelost kan
worden door de bovenstaande
maatregelen
Controleer of de extensieweerstand
in de zwaaifase niet te klein is.
Controleer of de extensieweerstand
in de zwaaifase niet te groot is.
Controleer of de extensieweerstand
in de standfase niet te groot is.
Controleer of de extensieweerstand
in de standfase niet te groot is.
Controleer of de flexieweerstand
in de zwaaifase niet te klein is.
Controleer of de gebruiker tijdens het
stappen zijn/haar heupgewricht niet
te veel doorbuigt in het midden van
de overgang naar de zwaaifase.
Controleer of de flexieweerstand
in de zwaaifase niet te groot is.
Controleer of de prothese niet te lang
is.
Controleer of de plantaire flexie van
de voet niet te groot is.
Oplossing
Omdat de veiligheidsvergrendeling
actief is, is het nodig om in één
beweging door te gaan zitten.
Stel de gevoeligheid bij
(zie 6.11)
Omdat de struikelvergrendeling actief
is, is het nodig om te gaan zitten
zonder belasting te zetten of om
te gaan zitten met de buigfunctie.
Stel de veiligheidsvergrendeling in
op UIT en verbied het gebruik ervan.
(Zie 6.11)
Vergroot de extensieweerstand
in de zwaaifase geleidelijk.
(Zie 6.10)
Verklein de extensieweerstand in
de zwaaifase en verander de instelling
om de ALLUX
TM
volledig te strekken.
(Zie 6.10)
Verklein de extensieweerstand
in de zwaaifase. (Zie 6.10)
Verklein de extensieweerstand
in de standfase. (Zie 6.8)
Vergroot de flexieweerstand
in de zwaaifase. (Zie 6.9)
Leer de gebruiker om het
heupgewricht niet te diep te buigen.
Verklein de flexieweerstand
in de zwaaifase. (Zie 6.9)
Stel de protheselengte bij.
Lijn de voet uit in een toestand van
dorsale flexie.