Herstellen van defecten
de motorolietank over te pompen.
1. Noodschakelaar
1
1. Motorolietank
2. Losse olietank
4.
Nadat u de noodschakelaar hebt ge-
bruikt, zet u de hoofdschakelaar af en
daarna weer aan. Daardoor wordt het
waarschuwingssysteem weer op nor-
maal gezet. Op de oliepeilaanduidings-
lamp is nu het gele segment te zien.
5.
Start de motor en ga in de dichtstbijzijn-
de haven olie halen.
NOTA:
De maximumhoeveelheid reserveolie is
G
3
1500 cm
(1.6 US qt, 1.31 Imp qt).
De oliepomp werkt niet als de motor meer
G
dan 35° naar boven is gekanteld. Zet de
motor rechtop (niet gekanteld), voordat u
73
1
ZMU05315
2
ZMU01908
de noodschakelaar gebruikt.
DMU29760
Behandeling van een
ondergedompelde motor
Als de buitenboordmotor ondergedompeld
werd, moet hij onmiddellijk naar een
Yamaha-dealer worden gebracht. Anders
kan hij bijna onmiddellijk beginnen te roes-
ten.
Als het niet mogelijk is om de buitenboord-
motor onmiddellijk naar een Yamaha-dealer
te brengen, volg dan de onderstaande pro-
cedure om de beschadiging van de motor zo
veel mogelijk te beperken.
DMU29771
Procedure
1.
Spoel modder, zout, zeewier enzovoort
zorgvuldig af met leidingwater.
2.
Verwijder de bougies en houd de bou-
gie-gaten naar onder om alle water,
modder of verontreinigingen te laten
wegstromen.
ZMU01909