OPMERKING: Bepaalde in dit hoofd-
stuk beschreven wijzers, voorzienin-
gen of functies zijn niet van toepassing
op alle waterscootermodellen of zijn
beschikbaar als optie.
1) Stuur
Het stuur regelt de richting van de wa-
terscooter. Als u vooruit varend het
stuur naar rechts draait, zwenkt de wa-
terscooter naar rechts en omgekeerd.
WAARSCHUWING
Controleer de werking van het
stuur en de bijbehorende stuur-
straalbuis voor het starten. Draai
het stuur nooit als iemand zich
dicht bij de achterkant van de wa-
terscooter bevindt. Blijf uit de
buurt van het aandrijfsysteem.
In achteruit werkt de stuurrichting in de
omgekeerde richting. Als u het stuur
achteruit varend naar rechts draait,
zwenkt de waterscooter naar links en
omgekeerd.
2) Gashendel
De gashendel rechts op het stuur re-
gelt het motortoerental elektronisch.
Om de snelheid van de waterscooter
op te voeren of aan te houden, trekt u
de gashendel aan met de vinger.
Om de snelheid van de waterscooter
te verlagen, ontspant u de gashendel.
smo2009-002-201_a
1. Gashendel
2. Om te versnellen
3. Om te vertragen
De gashendel is opgespannen met
een veer en moet terugkeren naar de
uitgangspositie (stationair) als hij niet
wordt ingedrukt..
3) iBR-hendel (intelligent
Brake and Reverse)
Met de iBR-hendel links op het stuur
kunt u het volgende elektronisch in-
stellen:
– Rem
– Achteruit
– Neutraal.
OPMERKING: De iBR-hendel moet
minstens over 25% van het bereik be-
wegen om de iBR-functies te active-
ren.
smo2009-002-202_a
TYPISCH
1. iBR-hendel
2. Hendel in ontspannen stand
3. 25% van het bewegingsbereik nodig om de
iBR-functies te activeren
4. Bedrijfsbereik
Bij snelheden boven de 8 km/h scha-
kelt u de rem in door aan de iBR-hendel
te trekken.
Bij snelheden onder de 8 km/h schakelt
u de achteruitversnelling in door aan de
iBR-hendel te trekken.
Wanneer u de iBR-hendel loslaat na
een rem- of achteruitmanoeuvre wordt
neutraal ingeschakeld.
_______________
BEDIENINGSELEMENTEN
53