6. Druk op de knop SET om te bevestigen en verder te gaan naar de volgende instelling.
Opmerking:
7. Het toestel zal automatisch de instellingsmodus verlaten na 5 seconden als er geen toets wordt in-
gedrukt.
8. Wanneer ALERT alarm is ingeschakeld, zal het gebied en het type alarm dat het alarm heeft geac-
tiveerd knipperen en zal het alarm gedurende 2 minuten klinken.
9. Druk op de SNOOZE/LIGHT-knop wanneer het alarm klinkt om het alarm te onderbreken. Het
alarm zal dan na 2 minuten opnieuw starten.
Gegevensverwijdering
10. Druk en houd de toets HISTORY gedurende ca. 3 seconden ingedrukt.
11. Druk op de knop UP of DOWN om YES of NO te kiezen.
12. Druk op de HISTORY knop om te bevestigen. Dit zal de eerder geregistreerde regenvalgegevens
wissen.
21 Historiek gegevens
Het basisstation registreert automatisch diverse windmetingen.
Druk herhaaldelijk op de HISTORY toets om de uurlijkse (HOURLY - tot 24 uur terug), dagelijkse (DAI-
LY - tot 31 dagen terug), maandelijkse (MONTHLY - tot 12 maanden terug) of jaarlijkse (YEARLY - tot
3 jaar terug) maximum historische gegevens weer te geven, afhankelijk van de huidige display mode.
22 Weertrend
Het weerstation berekent op basis van de gemeten waarden een weertrend voor de komende 12 uur.
1
Afb. 4: Weather trend indicators
1 Zonnig
3 Bewolkt
5 STORM
23 Pijlindicatoren voor trendweergave
1
14 / 20
2
3
2
4
5
2 Gedeeltelijk bewolkt
4 Regen
6 Sneeuw
3
6