uit de lijst.
•
Verwijd.: verwijdert de geselecteerde taak uit de lijst.
•
All. verw: verwijdert afdruktaken of alle taken uit de lijst. Als u op
All. afdr.taak drukt, worden alle afdruktaken van het type
Hostafdruk verwijderd.
•
Niv. verhogen: geeft prioriteit aan een geselecteerde taak van de
lijst wanneer er veel taken in de wachtrij staan. De geselecteerde
taak kan geen prioriteit hebben op de taak die wordt verwerkt.
Afhankelijk van de status van de taak kunt u de knop Niv.
verhogen niet gebruiken. Als bij de selectie van een taak de
knop Niv. verhogen niet is geactiveerd, is de geselecteerde
taak al aanzienlijk gevorderd.
•
Taak vasthouden: houdt een geselecteerde taak in de lijst.
Afhankelijk van de status van de taak kunt u de knop Taak
vasthouden niet gebruiken. Als bij de selectie van een taak de
knop Taak vasthouden niet is geactiveerd, is de
geselecteerde taak al aanzienlijk gevorderd.
•
Vrijgeven: geeft de vastgehouden taak in de lijst vrij.
•
Sluiten: sluit het taakstatusvenster.
Taak voltooid
Toont de lijst van voltooide taken.
•
Nee: toont de volgorde van de taken.
•
Type taak: toont het taaktype, zoals afdruk, kopie, fax, etc.
•
Status: toont de huidige status van elke voltooide taak (zie
"Betekenis van de status" op pagina 31).
•
Taaknaam: toont de naam van de taak.
•
Gebruiker: toont de naam van de taakeigenaar.
•
Detail: toont gedetailleerde informatie van de geselecteerde taak.
•
Sluiten: sluit het taakstatusvenster.
Actief bericht
Toont eventuele foutberichten en codes die zijn opgetreden.
•
Nee: toont de volgorde van de berichten.
•
Apparaatstatusbericht: toont het foutbericht voor de actuele
fouten in het apparaat.
•
Foutcode: toont de code van het foutbericht.
•
Detail: toont de gedetailleerde informatie van de geselecteerde
taak.
•
Sluiten: sluit het taakstatusvenster.
Beveiligde taak
Toont de lijst van beveiligde taken die de gebruiker in het
printerstuurprogramma heeft ingesteld. U moet de in de
printerstuurprogramma ingestelde Gebruikers-ID en Wachtwoord
invoeren.
•
Nee: toont de volgorde van de taken.
•
Type taak: toont het type van de taak.
•
Taaknaam: toont de naam van de taak.
•
Gebruiker: toont de naam van de taakeigenaar.
•
Detail: toont de gedetailleerde informatie van de geselecteerde
taak. U kunt ook het aantal kopieën wijzigen door Instellingen
wijzigen in te drukken.
•
Bewerken: wijzigt de Taaknaam van de geselecteerde taak.
•
Verwijd.: hiermee verwijdert u de geselecteerde taak uit de lijst.
•
Afdrukk.: drukt de geselecteerde taak uit de lijst af.
•
Sluiten: sluit het taakstatusvenster.
Inleiding_ 30