Veiligheidsvoorschriften en bedieningshandleiding
Reinig en controleer de brandstoffilter en -tank.
♦
Zie de motorhandleiding voor meer informatie.
Vervang de luchtfilter.
♦
Reinig de koelflenzen van de motor. Zie de
♦
motorhandleiding voor meer informatie.
Ververs de motorolie. Zie de motorhandleiding
♦
voor meer informatie.
♦
reinig de carburateur en stel deze af. Zie de
motorhandleiding voor meer informatie.
Brandstoftank reinigen
♦
Controleer en reinig de brandstoftank (A).
Motor controleren en afstellen
1. Carburateur reinigen en afstellen (A).
2. Koelflenzen motor reinigen (B).
3. Speling motorklep (C) afstellen.
24
Opruimen
Een verbruikte machine moet dusdanig worden
verwerkt en verwijderd dat het grootst mogelijke deel
van het materiaal kan worden gerecycled en dat
negatieve effecten op het milieu tot een minimum
worden beperkt; dit alles in overeenstemming met
de plaatselijke richtlijnen.
Voordat een met benzine aangedreven machine
wordt weggegooid, moet deze worden gereinigd en
ontdaan van alle olie en benzine. Resterende olie
en benzine moeten worden behandeld op een wijze
dat deze geen negatieve gevolgen hebben voor het
milieu.
Stuur gebruikte filters, afgetapte olie en
benzineresten altijd naar de afvalverwerking die
volgens de milieuregels werkt.
Opslag
Maak de tank leeg voordat de machine wordt
♦
opgeborgen.
Reinig de machine.
♦
Reinig de luchtfilter.
♦
♦
Trek voorzichtig aan de starthendel totdat er een
lichte weerstand optreedt.
♦
Veeg alle olie en stof weg, verzameld op de rubber
onderdelen.
♦
Dek de machine af en sla deze op in een droge,
stofvrije ruimte.
© 2015 Construction Tools EOOD | No. 9800 1117 08c | 2015-05-20
LF 50
Originele handleidingen