Inhoudsopgave
Advertenties
6.2.2 Werken op een helling (alleen voor de Swing versie)
Om op een helling te werken, moet u de baan van de wielen verbreden
Fig 6-4; wiel
veiligheidspin TRT
60
Fig 6-5; Stuurstang
Fig. 6- 7 Stuurstang
Bij het werken op hellend terrein is het nodig om het spoor van de wielen te
Fig. 6-8 Verbreding van het spoor
TRT 60 Swing
Fig. 6-6
Veiligheidspin
Nu kan de machine worden gebruikt
TRT 110 – 135 Swing
verbreden.
Daartoe gaat u als volgt te werk: haal de
veiligheidsclip van de borgpen, verwijder de
borgpen ( zie figuur )en het wiel, plaats de
hub in het tweede gaatje van de drijfas en
plaats de borgpen en de clip terug.
de handrem in gelegen op de top van de
transmissie behuizing.
Ontgrendel vervolgens de motor door de
hendel aan de buitenkant links van de
duwstang (figuur 6-5) naar beneden te
drukken, laat de machine overhellen
overeenkomstig de zijdelingse helling van de
ondergrond tot de machine horizontaal staat
en vergrendel de motor opnieuw. Zorg
ervoor dat de veiligheidspin gepositioneerd
(figuur 6-6) is in 1 van de drie zittingen aan
de rechter of linkerkant
Om van richting te veranderen bij het werken
op een helling, gaat u als volgt te werk: laat
de handgreep voor de aandrijfkoppeling los
om de machine stil te zetten en op de rem te
zetten, schakel de motor in neutraal (zodat
de motor een aantal seconden lang samen
met de machine overhelt),
Voor het uitvoeren van deze operatie zet de
machine op stand ( no 21).
Haal de veiligheidsclip van de borgpen,
verwijder de borgpen en het wiel, plaats de
hub in het tweede gaatje van de drijfas en
plaats de borgpen en de clip terug.
Schakel
20
Advertenties
Inhoudsopgave
