Extra printer instellen
Optie
Netwerken zoeken
Netwerknaam invoeren Handmatig de SSID invoeren.
Wi‑Fi Protected Setup
3
Druk op
en volg de aanwijzingen op de display van de printer.
De printer verbinden met een draadloos netwerk met behulp van Wi-Fi Protected
Setup
Controleer het volgende voor u begint:
•
Het toegangspunt (draadloze router) is WPS-gecertificeerd (Wi‑Fi Protected Setup) of WPS-compatibel. Raadpleeg
voor meer informatie de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.
•
Er is een draadloze netwerkadapter in de printer geïnstalleerd, deze is aangesloten en werkt correct. Raadpleeg
voor meer informatie de instructies die bij de draadloze netwerkadapter zijn geleverd.
Configuratiemethode met drukknop gebruiken
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Instellingen >
>Draadloos >
drukknop starten >
2
Volg de aanwijzingen op de display.
Methode met pincode gebruiken
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Instellingen >
>Draadloos >
pincode starten >
2
Kopieer de WPS PIN van acht cijfers.
3
Open een webbrowser en geef het IP-adres van het toegangspunt op in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
Functie
Beschikbare draadloze verbindingen weergeven.
Opmerking: met dit menu-item geeft u de SSID's voor alle beveiligde en onbeveiligde netwerken
weer.
Opmerking: zorg dat u de juiste SSID invoert.
Printer aansluiten op een draadloos netwerk via Wi-Fi Protected Setup (WPS).
>Netwerk/Poorten >
>Configuratie draadloze verbinding >
>Netwerk/Poorten >
>Configuratie draadloze verbinding >
>Netwerk [x] >
>Netwerk [x] Configuratie >
>Wi‑Fi Protected Setup >
>Netwerk [x] >
>Netwerk [x] Configuratie >
>Wi‑Fi Protected Setup >
25
>Methode met
>Methode met