Faxen verzenden
Faxnummer opgeven
1
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
2
Geef een faxnummer op met:
Het tekstvak
Snelkeuze of groepskeuze
3
Verzend als volgt een fax naar een groep ontvangers (groepsfax):
a
Druk op .
b
Herhaal stap 2 met een van de voorgaande methoden tot u maximaal 30 faxnummers hebt opgegeven.
Faxen verzenden met het bedieningspaneel
1
Controleer of de printer is ingeschakeld.
2
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen (zoals
knipsels uit tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
3
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
4
Voer een faxnummer in of druk op Telefoonboek om een nummer te selecteren in de snelkeuzelijst of
groepskeuzelijst. Zie voor meer informatie "Faxnummer opgeven" op pagina 76.
Opmerking: als u de snelkeuzefunctie wilt instellen, zie "Snelkeuzenummers instellen" op pagina 80.
Geef een faxnummer op met het toetsenblok.
Opmerkingen:
•
U kunt een telefoonkaartnummer opnemen als onderdeel van het faxnummer.
•
U kunt maximaal 64 cijfers gebruiken.
•
Druk op Onderbreken/Opnieuw kiezen om een onderbreking van drie
seconden in te voegen in het nummer dat u opgeeft om te wachten op een
buitenlijnen of om verbinding te maken met een geautomatiseerd antwoord-
systeem.
a
Druk op Telefoonboek.
b
Geef een snelkeuzenummer of groepskeuzenummer op.
•
Druk herhaaldelijk op
keuzenummer wordt weergegeven.
•
Geef met het toetsenblok het nummer van het snelkeuze-item (1-89) of
groepskeuze-item (90-99) op.
Opmerkingen:
•
Zie voor informatie over het toevoegen van snelkeuze- of groepssnelkeuze-
items met de computer "Snelkeuzenummers instellen" op pagina 80.
•
Zie voor informatie over het toevoegen van snelkeuze- of groepssnelkeuze-
items met het bedieningspaneel "Telefoonboek gebruiken" op
pagina 81.
Faxen
76
of
tot het gewenste snelkeuzenummer of groeps-