Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Modus Utility Job; Aanvullende Informatie - Yamaha MOTIF ES6 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

[SF4] OTHER
MIDI IN/OUT
ThruPort
[F6] PLUG
[SF1] STATUS
Plug1: ~ Plug3:
PolyExpand
[SF2] MIDI
DEVNO. (apparaatnummer)
PORTNO. (poortnummer)
GM/XG
[SF3] NATIVE1
[SF4] NATIVE2
[SF5] NATIVE3

Modus Utility Job

In deze modus kunt u het usergeheugen (blz. 186) van deze synthesizer terugzetten naar de standaard fabrieksinstellingen (Factory Set). Zie voor details blz. 44.
n
Aangezien de instellingen van de pluginboards in de modus Utility niet in het interne usergeheugen zijn opgeslagen, maar in het geheugen van de respec-
OPM.
tievelijke boards zelf, kunnen die data niet met deze job worden teruggezet.

■ Aanvullende informatie

De standaardweergave instellen bij het aanzetten
[UTILITY] → → → → [F1] GENERAL → → → → [SF4] OTHER → → → → PowerOnMode
1
Activeer de gewenste modus en het programmanummer die u eerst op wilt roepen bij het aanzetten.
2
Druk op de knop [ENTER] terwijl de knop [STORE] ingedrukt wordt gehouden, om de modus en het programmanummer te registreren die
in stap 1 zijn ingesteld.
3
Stel de parameter PowerOnMode in op 'last' in de display [UTILITY] → → → → [F1] GENERAL → → → → [SF4] OTHER.
4
Druk op de knop [STORE] om de Utility-instelling op te slaan die in stap 3 hierboven gemaakt zijn.
5
Zet het instrument uit en weer aan om de modus/het programmanummer weer te geven die in stap 2 zijn ingesteld.
Bepaalt welke fysieke uitgangsaansluiting(en) zal/zullen worden gebruikt voor het zenden/ontvangen van MIDI-data:
MIDI IN/OUT, USB of mLAN (als de optionele mLAN16E is geïnstalleerd).
Instellingen: MIDI, USB, mLAN
n
De drie typen aansluitingen hierboven kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. Slechts één ervan kan worden gebruikt om
OPM.
MIDI-data te verzenden/ontvangen.
Vele computersequencers kunnen data over verscheidene MIDI-poorten verzenden, waardoor de grens van 16-kanalen
wordt doorbroken. Als de USB-aansluiting of mLAN aansluiting (als de optionele mLAN16E is geïnstalleerd) voor MIDI-
verzending/-ontvangst wordt gebruikt, kunt u deze synthesizer laten reageren op MIDI-data over één poort, terwijl de
data voor een ander poortnummer (die u hier in kunt stellen) worden doorgeschakeld naar een afzonderlijke toongene-
rator (aangesloten op de MIDI OUT-aansluiting). Op deze manier kunnen data van 16 kanalen via deze synthesizer wor-
den afgespeeld en data van 16 andere via het aangesloten MIDI-apparaat.
Instellingen: 1~8
n
Als de mLAN16E is geïnstalleerd en de MIDI IN/OUT is ingesteld op mLAN, zijn de poorten 5 ~ 8 niet beschikbaar, zelfs niet
OPM.
als u ze hier instelt.
Geeft de naam van het pluginboard aan die in deze synthesizer is geïnstalleerd.
Deze parameter is alleen toegankelijk als u twee of drie identieke pluginboar ds heeft geïnstalleerd. Met de instelling
'off' kunnen twee of drie boards afzonderlijk werken (u kunt ze voor twee of drie verschillende par ts selecteren). Als dit
is ingesteld op 'on' functioneren de twee boards in feite samen als één board (gebruikt in een singlepart) — waardoor
u over de dubbele hoeveelheid polyfone noten beschikt die tegelijker tijd kunnen worden bespeeld.
Instellingen: on, off
Via deze display kunt u verscheidene MIDI-gerelateerde parameters voor het pluginboard instellen.
Bepaalt het MIDI-apparaatnummer van het pluginboard. Dit nummer moet overeenkomen met het apparaatnummer van het externe
MIDI-apparaat als er bulkdata worden verzonden/ontvangen, bij parameterwijzigingen of andere systeemexclusiefberichten.
Instellingen: 1~16, all, off
Bepaalt het MIDI-poortnummer waarover het pluginboard MIDI-data ontvangt in de multitimbrale toongeneratormodus (modi Song/
Pattern). Er kan één poort worden ingesteld voor een multipart-pluginboard en twee poorten voor een singlepart-pluginboard.
Instellingen: off, 1~ 3
n
Het poortnummer voor het effectpluginboard (VH) ligt vast op 1.
OPM.
n
Voor informatie over het pluginboard en het interne toongeneratorblok, zie blz. 163.
OPM.
Bepaalt of 'GM aan'- en 'XG aan'-berichten worden herkend (on) of niet (off). Deze parameter is alleen beschikbaar
als er een multipart-pluginboard in sleuf 3 is geïnstalleerd.
Instellingen: on, off
Via deze display kunt u de systeemeigen (Native System) parameters instellen van het pluginboar d dat in sleuf 1 is geïnstalleerd.
Voor details over de parameters, raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw specifieke pluginboard.
Via deze display kunt u de systeemeigen (Native System) parameters instellen van het pluginboar d dat in sleuf 2 is geïnstalleerd.
Voor details over de parameters, raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw specifieke pluginboard.
Via deze display kunt u de systeemeigen (Native System) parameters instellen van het pluginboar d dat in sleuf 3 is geïnstalleerd.
Voor details over de parameters, raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw specifieke pluginboard.
[UTILITY] → [JOB]
Modus Utility Job
265
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif es7Motif es8

Inhoudsopgave