Installatie
Bevestig de slang met de slangklem
aan de luchtombuiger.
Controleer of de slang stevig vastzit.
36
Schuif het telescopische deel op het
draagframe:
- Bij werking met luchtafvoer (AL, EXT)
zorgt u ervoor dat de lamellen van
het uitblaasrooster naar onderen wij-
zen.
- Bij werking met luchtcirculatie (UL)
zorgt u ervoor dat de lamellen van
het uitblaasrooster naar boven wij-
zen.