Veiligheidsinstructies
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
De volgende sectie is gewijzigd:
Elektromagnetische storingen
Draadloze communicatieapparaten (bijv. mobiele telefoons) en medische
elektrische apparatuur (bijv. defibrilatoren, elektrochirurgische apparaten) zenden
elektromagnetische straling uit. Als dergelijke apparaten te dicht bij dit apparaat of
de kabels worden gebruikt, kan de functionele integriteit van dit apparaat worden
aangetast door elektromagnetische storingen. Als gevolg daarvan kan de patiënt in
gevaar worden gebracht.
► Om de essentiële prestaties van dit apparaat te garanderen, moet u een afstand
van ten minste 0,3 m (1,0 ft) aanhouden tussen dit apparaat en draadloze
communicatieapparatuur zoals DECT-telefoons.
► Om de essentiële prestaties van dit apparaat te garanderen, moet u een afstand
van ten minste 1 m (3,3 ft) aanhouden tussen dit apparaat en medische
elektrische apparatuur die intense elektromagnetische straling uitzendt, zoals
defibrillators en elektrochirurgische apparaten.
► De functionele integriteit van het apparaat moet nauwlettend worden
gecontroleerd als het gebruik van medische elektrische apparatuur die intense
elektromagnetische straling uitzendt in de directe omgeving van dit apparaat
noodzakelijk is.
Magnetische velden kunnen de goede werking van het medisch apparaat
beïnvloeden en zo de patiënt of gebruiker in gevaar brengen.
► Gebruik het medisch apparaat niet in ruimten waar apparaten voor
magneetveldtoepassingen worden gebruikt, (bijv. kernspintomografie).
Het medisch apparaat voldoet aan de toepasselijke grenswaarden voor
elektromagnetische velden. Desondanks kan de werking van pacemakers door
emissies worden aangetast.
► Dragers van geïmplanteerde apparaten (bijv. pacemakers) moeten de relevante
gebruiksaanwijzing in acht nemen en de daarin vermelde minimumafstanden en
informatie over andere stralingsapparaten in acht nemen.
Aanvullingsdocument
|
Atlan A300, A300 XL, A350, A350 XL 2.0n
Veiligheidsgerelateerde informatie
3