Inktcartridges uitlijnen
1
Plaats normaal papier in de printer.
2
Druk herhaaldelijk op
3
Druk op .
4
Druk herhaaldelijk op
5
Druk op .
Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt.
Als u de cartridges hebt uitgelijnd om de afdrukkwaliteit te verbeteren, drukt u het document nogmaals af. Als de
afdrukkwaliteit niet is verbeterd, reinigt u de spuitopeningen van de inktcartridges.
Spuitopeningen van de inktcartridges reinigen
1
Plaats normaal papier in de printer.
2
Druk herhaaldelijk op
3
Druk op .
4
Druk herhaaldelijk op
5
Druk op .
Er wordt een pagina afgedrukt, waarbij inkt door de spuitopeningen wordt geperst om deze te reinigen.
6
Druk het document nogmaals af om te controleren of de kwaliteit is verbeterd.
7
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, voert u de reinigingsprocedure nog maximaal twee keer uit.
Spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridge
schoonvegen
1
Verwijder de inktcartridges uit de printer.
2
Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water en plaats de doek op een plat oppervlak.
3
Houd de spuitopeningen voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de doek en veeg in de aangegeven richting.
tot Onderhoud is gemarkeerd.
tot Cartridges uitlijnen is gemarkeerd.
of
tot Onderhoud is gemarkeerd.
of
tot Cartridges reinigen is gemarkeerd.
Printer onderhouden
191