3.
Controleer of het papierformaat en de papiersoort correct zijn ingesteld op het bedieningspaneel van de
printer.
4.
Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Pas de geleiders aan tot
de juiste inspringing in de lade. De pijl op de geleider in de lade moet precies zijn uitgelijnd met de markering
op de lade.
OPMERKING:
aan op basis van de inkepingen of de markeringen in de lade.
In de volgende afbeelding staan voorbeelden van de inkepingen voor papierformaat in de laden. De meeste
HP-printers hebben vergelijkbare markeringen.
Figure 9-4
5.
Controleer of de vochtigheid in de ruimte voldoet aan de specificaties voor deze printer en of het papier in
ongeopende pakken wordt bewaard. Papier wordt meestal in vochtwerende pakken verkocht om het papier
droog te houden.
In omgevingen met een hoge luchtvochtigheid kan het papier bovenaan op de stapel in de lade vocht
absorberen en er golvend of ongelijkmatig uitzien. Als dit gebeurt, verwijdert u de bovenste 5 tot 10 vellen
papier van de stapel.
In omgevingen met een lage luchtvochtigheid kunnen vellen papier aan elkaar blijven plakken door
overtollige statische elektriciteit. Als dit gebeurt, verwijdert u het papier uit de lade en buigt u de stapel
door deze aan beide uiteinden vast te houden en de uiteinden omhoog te duwen in de vorm van een U.
Duw de uiteinden daarna omlaag om de U-vorm om te keren. Houd beide zijden van de stapel papier vast
en herhaal deze stappen. Hierdoor maakt u de vellen papier los zonder statische elektriciteit te veroorzaken.
Maak de papierstapel recht op een tafel voordat u de stapel teruglegt in de lade.
108
Chapter 9 Problemen oplossen
Verplaatst de papiergeleiders niet te strak tegen de papierstapel. Pas de papiergeleiders
Voorbeelden van formaatmarkeringen