INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
||
Bediening
Bedieningsknoppen elektrisch bediende zijruiten.
Handmatige bediening
Automatische bediening
Vanaf het bedieningspaneel van het bestuurders-
portier zijn alle elektrisch bediende ruiten te
bedienen - vanaf de bedieningspanelen van de
overige portieren zijn alleen de ruiten van de des-
betreffende portieren te bedienen. Er kan slechts
één bedieningspaneel tegelijk worden bediend.
Om de elektrisch bediende ruiten te kunnen
gebruiken moet de contactslotstand minimaal I
zijn - zie contactslotstanden - functies in verschil-
lende standen (p. 86). Bij uitschakeling van de
motor zijn de elektrisch bediende ruiten na uit-
name van de transpondersleutel nog enkele
minuten te bedienen, maar niet nadat er een por-
tier is geopend.
110
De ruiten komen tot stilstand en worden
geopend, als ze tijdens het sluiten in hun bewe-
ging worden gehinderd. Wanneer sluiten onmo-
gelijk is door bijvoorbeeld ijsvorming, kan de
inklembeveiliging worden opgeheven. Wanneer
de zijruiten tweemaal achtereen niet konden wor-
den gesloten, wordt de inklembeveiliging korte
tijd gedeactiveerd. Sluiten is daarna mogelijk door
de bedieningsknop omhoog te trekken en vast te
houden.
N.B.
Om het pulserende windgeluid te verminde-
ren als de beide achterruiten open staan, kunt
u de voorste ruiten ook een stukje openen.
Handmatige bediening
Trek voorzichtig een van de bedieningsknoppen
omhoog of duw er een omlaag. De elektrisch
bediende zijruiten komen steeds verder omhoog
of omlaag zolang u de bedieningsknop bedient.
Automatische bediening
Trek een van de bedieningsknoppen omhoog of
duw er een omlaag en laat deze vervolgens los.
De bijbehorende zijruit gaat automatisch volledig
open of dicht.
Bedienen met transpondersleutel of knop
voor centrale vergrendeling
Om de elektrisch bedienbare zijruiten vanaf de
buitenzijde te bedienen met de transpondersleu-
tel of vanaf de binnenzijde met de knop voor cen-
trale vergrendeling, zie Transpondersleutel -
functies (p. 172) of Vergrendelen/ontgrendelen
- van de binnenzijde (p. 186).
Resetten
Als de accu losgekoppeld is geweest, werkt de
automatische openingsfunctie pas weer naar
behoren wanneer u deze hebt gereset.
1. Trek de knop aan de voorkant omhoog om
de ruit helemaal te sluiten en houd de knop
een seconde in deze stand vast.
2. Laat de knop korte tijd los.
3. Trek de voorkant van de knop opnieuw een
seconde omhoog.
WAARSCHUWING
Resetten is nodig om de beveiliging tegen
overbelasting te laten werken.