Toerental van de messenkooi
instellen
Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant en van
hoog niveau blijft en het gazon na het maaien een
gelijkmatig uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat de regeling
van het toerental van de messenkooien (die zich bevindt
onder de bestuurdersstoel) juist is afgesteld.
Stel de regeling van het toerental als volgt in:
1. Selecteer de maaihoogte waarop de maaidekken zijn
ingesteld.
2. Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor de
maaiomstandigheden.
3. Met behulp van de bijbehorende grafiek (Fig. 30) kunt u
de juiste instelling bepalen voor het toerental van de
messenkooien voor maaieenheden met 5 of 8 maai-
messen.
Figuur 30
4. Om het toerental in te stellen, draait u aan de knoppen
(Fig. 31) tot de wijzer de gewenste instelling aangeeft.
Figuur 31
1. Bedieningsknoppen voor het toerental van de messenkooien
Opmerking: Het toerental van de messenkooien kan
worden verhoogd of verlaagd overeenkomstig de ver-
anderingen in de gazonomstandigheden.
De tegendruk van de hefarm
aanpassen
De tegendrukveer op de hefarm van ieder maaidek kan
worden aangepast voor verschillende gazonomstandig-
heden. Een verhoogde tegendruk zorgt ervoor dat de
maaidekken op de grond blijven bij een hogere maai-
snelheid en dat de maaihoogte constant blijft in zware
omstandigheden of bij hobbels.
Elke tegendrukveer heeft vier verschillende standen. Elke
stand verhoogd of verlaagd de tegendruk op het maaidek
met 35 N ten opzichte van de vorige stand.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af, stel de parkeerrem in
werking en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Verwijder de vloerplaat voor de bestuurdersstoel en
open de kap om toegang te krijgen tot de vijf veren.
Voorzichtig
De veren staan onder spanning.
Wees voorzichtig bij het afstellen.
29
1