Stroomvoorziening gereed maken
Batterij (meegeleverd) opladen
- Laad de batterij op voordat u hem voor het eerst gebruikt en wanneer op de
LCD-monitor de aanduiding "NO MORE POWER" verschijnt.
LED laadaanduiding
2
naar stopcontact
1. Sluit de voedingskabel op de lader aan.
2. Steek de voedingskabel in het stopcontact.
3. Plaats de batterij in de lader.
• Als de batterij wordt opgeladen, is de LED van de laadaanduiding rood; is de
batterij geheel geladen, dan wordt de laadaanduiding groen.
4. Verwijder na het opladen de batterij uit de lader; haal vervolgens de
voedingskabel uit het stopcontact en de lader.
• De normale laadtijd is ongeveer 2,5 uur. Laad de batterij in een omgeving met
een temperatuur tussen 0°C en 40°C.
• De laadtijd varieert met de omgevingstemperatuur en de conditie van de batte-
rij.
• Bij nieuwe batterijen of batterijen die enige tijd niet zijn gebruikt is het uiterst
belangrijk dat u ze eerst oplaadt.
• Bereikt een batterij het einde van zijn gebruiksduur, dan is hij steeds slechts
kort bruikbaar, ook wanneer hij volledig is opgeladen. Is dit de situatie, vervang
de batterij dan door een nieuw exemplaar (apart leverbaar, Lithium-ion Batterij
NP-500).
• Tijdens het opladen worden zowel lader als batterij warm; dat is normaal.
• Zijn de contactpunten van de batterij vuil, dan wordt de batterij niet geheel
geladen of duurt het opladen langer. Veeg ze schoon met een zachte, droge
doek.
18
1
3