BENAMING VAN DE ONDERDELEN
Scherpstel-lampje (groen)
Brandt
Knippert snel (ca. 8 maal per seconde)
Knippert langzaam (ca. 2 maal per seconde).
Scherpstelgebied (bij benadering)
Flits-lampje (oranje)
Brandt
Knippert snel wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt (ca. 8 maal per seconde).
Knippert langzaam (ca. 2 maal per seconde)
(wanneer de flitsfunctie is uitgeschakeld) .
De afstandsinstelling is bepaald en
vergrendeld.
Er kon geen goede scherpstelling worden
gevonden.
(Het onderwerpscontrast is te laag, het
onderwerp is te donker of te dichtbij.)
Het beeld wordt op de CF-kaart (compact
flash) opgeslagen.
De automatische scherp-
stelling is actief in de hier
met grijs aangeduide sec-
tor.
De flitser gaat af.
De flitser wordt opgeladen. Er kan geen
opname worden gemaakt.
De camera zal een lange sluitertijd kiezen.
Door beweging van het onderwerp of trilling
van de camera kan de opname onscherp
worden.
Gebruik een statief of activeer de flitser.
15