Aanwijzingen voor de plaatsing
Klimaatklasse
Het koeltoestel is bestemd voor een be-
paalde klimaatklasse (kamertempera-
tuur), waarvan de grenzen moeten wor-
den aangehouden. De klimaatklasse
wordt vermeld op het typeplaatje in de
binnenruimte van het koeltoestel.
Klimaatklasse
SN
N
ST
T
Een te lage kamertemperatuur heeft tot
gevolg dat de compressor gedurende
lange tijd niet werkt. Dit kan tot hogere
temperaturen in het koeltoestel leiden,
waardoor schade kan ontstaan.
Luchttoevoer en luchtafvoer
De lucht op de achterwand van het
koeltoestel wordt warm.
De ventilatieopeningen mogen
niet worden afgedekt of geblokkeerd,
zodat de luchttoevoer en luchtafvoer
probleemloos verloopt. Bovendien
moeten ze regelmatig stofvrij worden
gemaakt.
48
Kamertempera-
tuur
+10 tot +32 C
+16 tot +32 C
+16 tot +38 C
+16 tot +43 C
De meegeleverde afstandhou-
ders monteren
Omdat het aangegeven energiever-
bruik ermee wordt verkregen en vor-
ming van condenswater bij een hogere
omgevingstemperatuur ermee wordt
vermeden, moeten de afstandhouders
worden gebruikt. Enkele toestellen
worden met wandafstandhouders ge-
leverd. Als ze worden gemonteerd,
staat het toestel ca. 35 mm verder van
de muur af en is het energieverbruik
van dit toestel zoals aangegeven. Het
energieverbruik neemt dan wel iets
toe.
Monteer de wandafstandhouders
links en rechts naast de compressor
aan de achterkant van het toestel.