Afdrukken
>
Documenten afdrukken
1. Laad papier in de printer.
"Papier in de Papiercassette 1 laden" op pagina 35
"Papier in de Papiercassette 2 laden" op pagina 38
"Papier in de Papiertoevoer achter laden" op pagina 41
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4. Selecteer uw printer.
5. Selecteer Voorkeuren of Eigenschappen om het venster van het printerstuurprogramma te openen.
6. Selecteer Taken indelen Lite op het tabblad Hoofdgroep en klik op OK.
"Het tabblad Hoofdgroep" op pagina 80
7. Klik op Druk af.
Als u begint met afdrukken wordt het venster Taken indelen Lite weergegeven.
8. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite
openstaat. Herhaal vervolgens de bovenstaande stappen.
9. Wanneer u een afdruktaak selecteert die is toegevoegd aan Afdrukproject Lite in het venster Taken indelen
Lite, kunt u de paginalay-out bewerken.
10. Klik op Afdrukken in het menu Bestand om het afdrukken te starten.
Opmerking:
Als u het venster Taken indelen Lite sluit voordat alle afdrukgegevens zijn toegevoegd aan het Afdrukproject, wordt de
afdruktaak waaraan u werkt geannuleerd. Klik op Opslaan in het menu Bestand om de huidige taak op te slaan. De
bestandsextensie van de opgeslagen bestanden is "ecl".
Als u een afdrukproject wilt openen, klikt u op Taken indelen Lite op het tabblad Hulpprogramma's van het
printerstuurprogramma.om het venster Job Arranger Lite te openen. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand
om het bestand te selecteren.
Gerelateerde informatie
"Afdrukken met eenvoudige instellingen" op pagina 78
&
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt. Deze aanpassingen worden niet
doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
99