13. QUICK INSTALL
Selecteert snel diverse functies om het
geprojecteerde beeld aan te passen en
toont het testpatroon.
14. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor
het beeld.
15.
Rechts/
Zet het volume van de projector hoger.
Als het OSD-menu is geactiveerd, gebruikt
u de toetsen #3, #5 en #15 als pijltoetsen
om de gewenste menu-items te selecteren
en om aanpassingen uit te voeren.
16. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
17. MIC/VOL +/MIC/VOL -
Past het geluidsniveau van de microfoon
aan.
18. MUTE
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
19. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
Bereik van de afstandsbediening
Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de
IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de
afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de
projector blokkeert.
De projector bedienen via de voorkant •
•
12
Inleiding
20. SMART ECO
Toont het menu Lampmodus
een geschikte lampmodus kunt selecteren.
21. Numerieke toetsen
Voor het invoeren van cijfers in de
netwerkinstellingen.
De LASER aanwijzer gebruiken
De laseraanwijzer is voor
professionele gebruikers een
hulpmiddel tijdens presentaties.
Als u erop drukt, zendt de
aanwijzer rood licht uit.
De laserstraal is zichtbaar. Houd
LASER ingedrukt voor een
continu lasersignaal.
Kijk niet rechtstreeks naar het
venster van de laserstraal en richt de laserstraal niet
op anderen of op uzelf. Zee de waarschuwingen op
de achterzijde van de afstandsbediening voordat u
hem gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders
dienen bedachtzaam om te gaan met de gevaren
van laserenergie en de afstandsbediening buiten
het bereik van kinderen te houden.
De projector bedienen via de achterkant
waarin u