8.3.1 Plaatsen houtset
De houtset bestaat uit een aantal stammen (zie Afb. 8-6), vermiculiet (zie Afb. 8-7), chips (zie Afb. 8-8), gloeimateriaal (zie
Afb. 8-9) en as (zie Afb. 8-10).
In geval van een Eco Glow toestel wordt er een extra set gloeistenen meegeleverd (zie Afb. 8-11).
1
Vul de liggende branderbakken met vermiculiet; verdeel het vermiculiet gelijkmatig (zie afb. 8-12).
2
Het vlambeeld is te beïnvloeden door het vermiculiet te verplaatsen.
3
- Het vermiculiet mag niet hoger komen dan de rand van de brander.
- Het branderdek moet wel geheel bedekt blijven met vermiculiet om te voorkomen dat de levensduur van de brander
afneemt.
1
Voor een toestel zonder Eco Glow, gebruik alle chips in de houtset.
1
Vul de platen rondom de brander met chips, verdeel de chips gelijkmatig, houd de rood gemarkeerde stukken vrij van
chips (zie afb. 8-19 of 8-20).
1
Voor een toestel met Eco Glow, gebruik de gloeistenen, kooltjes en 400ml grijze, en 600ml. zwarte chips. In het geval
van de zwarte chips is dit minder dan de meegeleverde hoeveelheid.
2
Plaats eerst de gloeistenen en daarna de kooltjes. Zet bij het plaatsen de gloeiverlichting aan zodat strooilicht direct
gezien en afgedekt kan worden met de stenen en kooltjes.
1
Verdeel de gloeistenen over de vierkante gaten in de plaat rondom de brander, houd de rood gemarkeerde stukken vrij
(zie Afb. 8-15).
2
Plaats chips op de rand van het ruitframe. Voorkom dat er chips onder het ruitframe terecht komen (zie afb. 8-14 & 8-15).
1
Indien gewenst verdeel het as over de chips, voorkom dat dit op de branders terecht komt.
3
De platen rond de brander zijn voorzien van vierkante gaten, deze gaten zorgen voor luchttoevoer. Leg niet meer dan
één laag chips over deze gaten.
1
Identificeer de stammen A t/m K (zie afb. 8-6).
2
Maak bij de identificatie gebruik van de brandvlekken op de stammen.
1
Plaats stam A over de liggende brander en op de positioneringsnokken. (Zie afb. 8-16/8-17 en 8-18, A)
1
Plaats stam B in de positioneringsnok en op stam A. Let er op dat stam B 1cm speling heeft met de onderzijde van de
rechter staande brander en 2cm met de voorzijde van stam A (Zie afb. 8-16/8-17 en 8-18, B)
1
Plaats stam C links in de positioneringsnok en rechts op stam A (Zie afb. 8-16/8-17 en 8-18, C)
1
Plaats stam D parallel aan de liggende brander en over de ontstekingselectrodes (Zie afb. 8-16/8-17 en 8-18, D)
1
Plaats stam E tegen de buis van de rechter staande brander en op de positioneringsnok (Zie afb. 8-16/8-17 en 8-18, E)
1
Plaats stam F op- en tegen de positioneringsnokken (Zie afb. 8-16/8-17 en 8-18, F)
1
Plaats stam G op de linker staande brander (Zie afb. 8-19/8-20 en 8-21, G). Let op dat de stam op de juiste manier op de
brander geplaatst wordt (zie afb. 8-13)
1
Plaats stam H in de positioneringsnok en op stam G (Zie afb. 8-19/8-20 en 8-21, H)
1
Plaats stam I tegen de positioneringsnok (Zie afb. 8-19/8-20 en 8-21, I)
1
Plaats stam J op de rechter staande brander (Zie afb. 8-19/8-20 en 8-21, J). Let op dat de stam op de juiste manier op de
brander geplaatst wordt (zie afb. 8-13)
1
Plaats stam K tegen de positioneringsnok en op stam J (Zie afb. 8-19/8-20 en 8-21, K)
1
Indien gewenst kan er gloeimateriaal geplaatst worden. Trek het gloeimateriaal in losse plukken en verdeel dit over de
groen gemarkeerde stukken op de V-vormige brander (zie Afb. 8-16).
3
- Houd de ruimtes om zowel de ionisatie als de ontsteking vrij van gloeimateriaal.
- Het gloeimateriaal kan de kleur van het vlambeeld beïnvloeden.
Ins tal lati ehandleiding
31