Ingebruikneming van het apparaat
Waterhardheid
In het display verschijnt nu een scherm
waarin u de waterhardheid kunt instel‐
len.
– De afwasautomaat moet precies wor‐
den geprogrammeerd naar de hard‐
heid van uw water.
– Het plaatselijke waterleidingbedrijf
kan u vertellen wat voor hardheids‐
graad uw water precies heeft.
– Bij een variërende waterhardheid
(bijv. 10 - 15°dH) moet altijd de hoog‐
ste waarde worden geprogrammeerd
(in dit voorbeeld 15°dH).
Bij een eventuele reparatie is het voor
de monteur makkelijk om de hardheid
van uw water te weten.
Noteer daarom de hardheid van uw wa‐
ter:
____________°dH
Vanuit de fabriek is een waterhardheid
van 15°dH (2,7 mmol/l) geprogram‐
meerd.
Kies met de pijltoetsen de juiste
waterhardheid en bevestig uw keuze
met de OK - toets.
Meer informatie over de instelling van
de waterhardheid zie hoofdstuk: "Me‐
nu "Instellingen"", paragraaf: "Water‐
hardheid".
24
Daarna verschijnt de melding
.
klaar voor gebruik
Nadat u deze melding met de OK -
toets heeft bevestigd, kunnen de vol‐
gende meldingen in het display ver‐
schijnen:
Vul zout bij.
.
spoelmid. bij.
Doseer indien nodig regenereerzout
en naspoelmiddel. Zie hoofdstuk: "In‐
gebruikneming van het apparaat",
paragrafen: "Renereerzout" en "Na‐
spoelmiddel".
Bevestig de meldingen met de OK -
toets.
In het display verschijnt kort de naam
van het gekozen programma; het bijbe‐
horende controlelampje gaat branden.
Daarna verschijnt enkele seconden lang
een prognose van het energie- en wa‐
terverbruik van het desbetreffende pro‐
gramma.
Daarna verschijnt de vermoedelijke pro‐
grammaduur in het display.
De basisinstellingen worden opgesla‐
gen, zodra er een volledig programma
is afgewerkt.
Apparaat is
en
Vul na-