P-, S-, A- en M-modi
P-, S-, A- en M-modi bieden u verschillende controleni-
veaus over sluitertijd en diafragma.
Modus P: Programma AE
Laat de camera de sluitertijd en het diafragma kiezen voor
optimale belichting. Andere waarden die dezelfde belichting
produceren kunnen worden geselecteerd met programmaver-
schuiving.
5
A
DRIVE-modusknop
B
Diafragma
C
Sluitertijd
Bevestig dat P verschijnt in het scherm.
O
Als het onderwerp zich buiten het lichtmeterbereik van de camera
bevindt, worden de sluitertijd en het diafragma weergegeven als "– – –".
N
Druk op de knop waaraan OPNAMEMODUS is toegewezen (bij stan-
daardinstellingen de knop Fn2) om heen en weer te schakelen tussen
automatische en door de gebruiker geselecteerde sluitertijd (handmatig
geselecteerde sluitertijd). Deze functie kan desgewenst worden toegewe-
zen aan een andere knop (P 259).
68
Instelling
Instelling
STILL
A (automatisch)
Automatisch