Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

NEFF D95BMS5N5 Gebruikershandleiding En Installatie-Instructies pagina 7

Inhoudsopgave

Advertenties

Druk opnieuw op ​ ⁠ om intensiefstand 1 in te scha-
2.
kelen.
a Op het display verschijnt ​ ⁠ ​ ⁠ .
a Het apparaat schakelt na ca. 6 minuten automatisch
in de ventilatorstand 3.
6.5 Intensiefstand uitschakelen
Druk op ​ ⁠ .
6.6 Naventilatie inschakelen variant 1
In de ventilatornaloop loopt het apparaat nog een tijdje
lang verder en het schakelt dan automatisch uit.
Druk op
​ ⁠
a De naloop van de ventilator start in ventilatie-
stand 1.
a Het apparaat wordt na ca. 10 minuten automatisch
uitgeschakeld.
6.7 Naventilatie inschakelen variant 2
In de ventilatornaloop loopt het apparaat nog een tijdje
lang verder en het schakelt dan automatisch uit.
Druk op
​ ⁠ terwijl de ventilator in ventilatorstand 1
draait.
a De naloop van de ventilator start in ventilatie-
stand 1.
a Het apparaat wordt na ca. 10 minuten automatisch
uitgeschakeld.
6.8 Naventilatie uitschakelen variant 1
Druk op
​ ⁠
6.9 Naventilatie uitschakelen variant 2
Druk op
​ ⁠ .
6.10 NoiseReduction-functie
De NoiseReduction-functie vermindert het ventilatorge-
luid. De functie is in alle ventilatorstanden, behalve in
de stand ​ ⁠ mogelijk.
​ ⁠ indrukken.
a De NoiseReduction-functie blijft ook na het uitscha-
kelen van het apparaat geactiveerd.
6.11 AirFresh-functie inschakelen
De AirFresh-functie schakelt de ventilatie gedurende
ca. 5 minuten per uur bij ventilatorstand 1 in.
Druk op
​ ⁠ .
a Op het display verschijnt
6.12 Automatische modus
De optimale ventilatorstand wordt met behulp van een
sensor automatisch ingesteld.
Druk op ​ ⁠ .
6.13 Automatische modus
Druk op ​ ⁠ .
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
1
inschakelen
​ ⁠ .
1
inschakelen
1
uitschakelen
a De ventilatie wordt automatisch beëindigd als de
sensor geen verandering van de luchtkwaliteit in de
ruimte vaststelt.
a De automatische stand loopt maximaal 4 uur.
6.14 Sensorbesturing
In de automatische stand herkent een sensor in het ap-
paraat de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Af-
hankelijk van de sensorgevoeligheid wordt de optimale
ventilatorstand automatisch ingeschakeld. Reageert de
sensorbesturing te zwak of te sterk, kunt u de instelling
van de sensorgevoeligheid wijzigen.
¡ Fabrieksinstelling: 5
¡ Laagste instelling: 0
¡ Hoogste instelling: 9
6.15 Sensorbesturing instellen
Vereiste: Het apparaat is ingeschakeld.
Houd ​ ⁠ ingedrukt.
1.
a Na ca. 1 seconde wordt de instelling weergegeven.
Om de instelling te wijzigen,
2.
Laat ​ ⁠ los om de instelling op te slaan.
3.
6.16 Verzadigingsindicatie instellen
De verzadigingsindicatie moet afhankelijk van de ge-
bruikte filter worden ingesteld.
Vereiste: Het apparaat is ingeschakeld.
Houd
​ ⁠ ingedrukt.
1.
Druk om de circulatiefunctie (niet regenereerbaar
filter) in te stellen op
op het display verschijnt.
Druk om de circulatiefunctie (regenereerbaar fil-
ter) in te stellen op
het display verschijnt.
Druk om de luchtafvoerfunctie in te stellen op
of
​ ⁠ totdat aanwijzing 1 op het display verschijnt.
2.
Laat
​ ⁠ los om de instelling op te slaan.
6.17 Verlichting inschakelen
De verlichting kunt u onafhankelijk van de ventilatie in-
schakelen en uitschakelen.
Druk op
​ ⁠ .
6.18 Helderheid instellen
Houd
​ ⁠ zolang ingedrukt tot de gewenste helder-
heid bereikt is.
6.19 Geluidssignaal inschakelen
Vereiste: Het apparaat is ingeschakeld.
Druk
​ ⁠ en
​ ⁠ tegelijkertijd ca. 3 seconden in, totdat
een geluidssignaal klinkt.
a Op het display verschijnt ​ ⁠ .
6.20 Geluidssignaal uitschakelen
Vereiste: Het apparaat is ingeschakeld.
De Bediening in essentie nl
1
1
​ ⁠   of
​ ⁠   indrukken.
​ ⁠ of
​ ⁠ totdat aanwijzing 2
​ ⁠ of
​ ⁠ totdat aanwijzing 3 op
​ ⁠
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

D96bmu5n0D96bmu5n0a

Inhoudsopgave