De scherminstellingen wijzigen
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Systeem > Scherm.
3 Selecteer Nachtweergave om het scherm aan te passen voor compatibiliteit met een nachtzichtbril
(optioneel).
4 Selecteer een optie:
• Selecteer In-Dive.
• Selecteer Tijdens activiteit.
• Selecteer Algemeen gebruik.
• Selecteer In slaapstand.
5 Selecteer een optie:
• Selecteer Scherm altijd ingeschakeld om de gegevens van de wijzerplaat zichtbaar te houden en de
helderheid en achtergrond te dimmen. Deze optie is van invloed op de gebruiksduur van de batterij en het
scherm.
• Selecteer Modus om het scherm op diepte of tijdens uw hele duik in te schakelen.
• Selecteer Helderheid om het helderheidsniveau van het scherm in te stellen.
• Selecteer Red Shift om het scherm met roodtinten in te stellen, zodat u de watch bij weinig licht kunt
gebruiken en uw nachtzicht behouden.
• Selecteer Waarschuwingen om het scherm in te schakelen bij waarschuwingen.
• Selecteer Polsgebaar om het scherm in te schakelen als u uw arm optilt en draait om op uw pols te kijken.
• Selecteer Time-out om de tijdsduur in te stellen voordat het scherm wordt uitgeschakeld.
De slaapstand aanpassen
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Systeem > Slaapstand.
3 Selecteer een optie:
• Selecteer Plannen, selecteer een dag en voer uw normale slaaptijden in.
• Selecteer Wijzerplaat om de slaapwijzerplaat te gebruiken.
• Selecteer Scherm om de scherminstellingen te configureren.
• Selecteer Dutjes-alarm om een dutjesalarm in te stellen als een toon, trilsignaal of beide.
• Selecteer Touchscreen om het aanraakscherm in of uit te schakelen.
• Selecteer Niet storen om de modus Niet storen in of uit te schakelen.
• Selecteer Batterijspaar om de batterijspaarstand in of uit te schakelen
pagina 164).
De sneltoetsen aanpassen
U kunt de functie voor het ingedrukt houden van afzonderlijke knoppen en knopcombinaties aanpassen.
1 Houd MENU ingedrukt.
2 Selecteer Systeem > Sneltoetsen.
3 Selecteer een knop of knopcombinatie die u wilt aanpassen.
4 Selecteer een functie.
Systeeminstellingen
(De batterijspaarstand aanpassen,
167