4. Gebruik
2
Indien de rolsteiger correct is opgebouwd is deze geschikt voor een windstuwdruk van 100 kN/m
Let op dat de windsnelheid door de vorm van gebouwen in de directe omgeving niet versterkt wordt (tunnels, onderdoorgan-
gen, versmallingen in een straat). Bij hogere windverwachtingen >45 km/h zie paragraaf "Buiten gebruik stellen".
2
De rolsteiger mag uitsluitend via de standelementen (of via trappen of ladders) aan de binnenkant beklommen worden.
2
Hijs de materialen en gereedschappen op met behulp van een touw met haak. Hijsen van achter een leuning.
2
Het hijsen van materiaal dient op zodanige wijze te geschieden dat de stabiliteit en de sterkte van de steiger niet in gevaar
worden gebracht.
2
De werkvloer moet geheel zijn dichtgelegd en het platformluik dient tijdens de werkzaamheden gesloten te zijn.
2
Het is niet toegestaan om met ladders, trapjes, kisten of met andere voorwerpen vanaf een platform de werkhoogte te vergroten.
2
Het is verboden op de rolsteigervloeren te springen.
2
De toelaatbare vloerbelasting van 200 kg/m
2
Er mogen geen overbruggingen worden gemaakt tussen de rolsteiger en andere objecten (b.v. een gebouw).
2
Niet overstappen naar andere objecten (tenzij verankeringen aangebracht zijn).
2
Tegelijk maximaal 1,5 werkvloerniveau in gebruik nemen. 1 niveau voor 100% en een ander niveau voor 50%.
2
Het bevestigen van reclameborden of zeilen aan rolsteigers is niet toegestaan, tenzij extra voorzieningen getroffen worden.
2
Niet gebruiken als randafscherming (tenzij verankeringen aangebracht zijn).
2
Maximale duwkracht tijdens de werkzaamheden door 2 personen 2 x 300N (30 kg) bij de UNI Standard en UNI Large.
Maximale duwkracht tijdens de werkzaamheden door 1 persoon 1 x 300N (30 kg) bij de UNI Basic en UNI Compact.
2
Verankering is noodzakelijk bij een verwachte windkracht van meer dan 45 km/h. Of bij een dergelijke windkracht de rol-
steiger verlaten en naar een minder windgevoelige locatie rijden. Als dit niet mogelijk is de rolsteiger geheel of gedeeltelijk
demonteren*).
2
Controleer regelmatig of de rolsteiger:
– nog in het lood staat (maximaal 1% scheefstand)
– nog compleet is, geen structurele onderdelen zijn verwijderd
– er geen veranderingen in de omgeving zijn die het veilig gebruik beïnvloeden
*) Als de rolsteiger lang onbeheerd wordt achtergelaten dezelfde acties ondernemen.
Buiten gebruik stellen:
2
Wanneer de rolsteiger langdurig onbeheerd wordt achtergelaten (na beëindiging werktijd/weekend of wind >45km/h)
de steiger:
– geheel of gedeeltelijk demonteren
– in de luwte rijden (een voldoende ommuurde binnenplaats)
– verankeren aan een voldoende stabiel object
2
Beklimming door onbevoegden (kinderen) onmogelijk maken; eventueel gladde panelen monteren in de onderste
standelementen of bouwhekken rondom plaatsen of naar een af te sluiten locatie rijden.
Weer in gebruik nemen (last minute risico-analyse):
et op de volgende controlepunten voordat u de rolsteiger weer in gebruik neemt:
L
2
De rolsteiger moet in het lood staan (zie ook de overige montage-instructies).
2
De rolsteigeropbouwsamenstelling moet nog steeds compleet zijn.
2
De omgeving van de op de veiligheid van invloed zijnde omstandigheden mogen niet veranderd zijn.
12 12
niet overschrijden. Deze belasting is inclusief de te werk gestelde personen.
2
45 km/h.
2