INTERVALLEN VOOR CONTROLE VAN DE
WERKING
Vloerwisser demonteren en reinigen
Opvangbak ledigen
Opvangbak ledigen, uitspoelen of desinfecteren
Accu's opladen
Demonteer de borstels en controleer ze op slijtage.
Controleer of er geen vreemde voorwerpen de beweging
of werking van de reinigende onderdelen verhinderen.
Visuele controle van de algemene toestand van de
machine
Controleren of de aanzuigbuizen en -leidingen niet
dichtgeslibd of verstopt zijn
De slijtage van de aanzuigbladen controleren
De filter van het schoonmaakmiddel demonteren en
reinigen
De peilsensors van het vuile water schoonmaken
Algemene reiniging van het borstelvlak, de houder en de
vloerwisser
Het optillen en neerlaten van de vloerwisser controleren
De bewegende onderdelen smeren
De kraan van het reinigingsmiddel controleren
De leidingen van de antikalkvloeistof reinigen
af wat betreft beschadigingen aan de accu's
veroorzaakt door het niet volgen van deze
procedure.
7.9.
AANBEVOLEN RESERVEONDERDELEN
U zult altijd uw machine zo efficiënt mogelijk kunnen
gebruiken door het houden van een voorraad van de
meest voorkomende verbruiksgoederen en bij het
plannen van routine en buitengewone onderhoud.
Neem contact op met uw dealer voor een lijst van
deze onderdelen.
8.
PROBLEEM OPLOSSING
Deze aanbevelingen maken het gemakkelijker om
de oorzaak van een foutmelding te begrijpen en op
te lossen.
8.1.
DE MACHINE WERKT NIET
De batterij aansluiting is verbroken of slecht aan-
gesloten op de batterij stekker.
Sluit stevig de twee aansluitingen op de batter-
ijstekker.
De machine wordt opgeladen.
De oplaadbewerking is niet voltooid.
De batterijen zijn leeg.
Laad de batterijen.
Waar nodig
Na ieder
gebruik
X
X
X
X
X
X
De printplaat is oververhit.
Controleer de verschillende onderdelen, die de
fout kunnen veroorzaken. Wacht 30 minuten en
probeer te vermijden dat er fouten gebeuren bij
de werking. Blijft de fout duren, uw servicecen-
trum contacteren.
8.2.
DE MACHINE VERPLAATST ZICH NIET
De 2 knoppen die zich onder het stuur bevinden
zijn niet correct ingedrukt (hendel met persoon
aanwezig).
Druk de 2 knoppen onder het stuur volledig in
(hendel met persoon aanwezig)
De bodemhelling is te hoog.
De batterijen zijn leeg.
Laad de batterijen.
8.3.
DE BORSTEL DRAAIT NIET
De borstel motor schakelaar is niet geselecteerd.
Druk op de knop voor het activeren van de bor-
stels.
De borstelmotor thermische onderbreker staat
aan; de motor is oververhit.
Oplossen van de oorzaak (koorden of vergelijk-
bare objecten die borstel blokkeren, oppervlakte
te ruw, enz.)
20
Wekelijks
Maandelijks
X
X
X
X
X
X
X
X
X