U moet op uw apparaat een internettoegangspunt
definiëren als u via een gegevensverbinding
hulpgegevens van de Nokia A-GPS-dienst wilt ophalen. Het
toegangspunt voor A-GPS kan worden gedefinieerd in
positiebepalingsinstellingen. Voor deze dienst kan geen
draadloos LAN-toegangspunt (WLAN) worden gebruikt.Er
kan alleen internettoegangspunt voor een
gegevensverbinding worden gebruikt. U wordt gevraagd
het internettoegangspunt te selecteren wanneer u GPS
voor het eerst gebruikt.
Het apparaat correct vasthouden
De GPS-ontvanger bevindt zich onder in het apparaat.
Wanneer u de ontvanger gebruikt, moet u ervoor zorgen
dat u de antenne niet met uw hand bedekt.
Het kan enkele seconden tot enkele minuten duren
voordat een GPS-verbinding tot stand is gebracht. In een
voertuig duurt dit mogelijk langer.
De GPS-ontvanger kost batterijvermogen. Als u de GPS-
ontvanger gebruikt, is de batterij mogelijk sneller leeg.
76
Tips voor het maken van een GPS-verbinding
Houd rekening met het volgende als het apparaat geen
satellietsignaal kan detecteren:
Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een beter
•
signaal te ontvangen.
Ga als u buiten bent naar een omgeving met minder
•
obstakels.
Controleer of de GPS-antenne van het apparaat niet
•
wordt afgedekt door uw hand.
Slechte weersomstandigheden kunnen de
•
signaalsterkte beïnvloeden.
Sommige voertuigen hebben getint (athermisch) glas,
•
dat de satellietsignalen kan blokkeren.
De status van het satellietsignaal controleren
Als u wilt controleren hoeveel satellieten uw apparaat
heeft gevonden, en of uw apparaat satellietsignalen
ontvangt, selecteert u
Menu
gegevens
en
Opties
> Satellietstatus.
Als uw apparaat satellieten heeft gevonden, wordt voor
elke satelliet een balk weergegeven in de weergave
Satellietinformatie. Hoe langer de balk, hoe sterker het
Toepassngn
GPS-
>
>