06 Starten en rijden
BLIS, Blind Spot Information System (optie)
BELANGRIJK
De lenzen zijn elektrisch verwarmd om ze
van sneeuw en ijs te kunnen ontdoen. Veeg
zo nodig sneeuw van de lenzen af.
Wanneer BLIS werkt
Het systeem is alleen actief bij snelheden ho-
ger dan 10 km/h.
Inhalen
Het systeem reageert als het snelheidsverschil
tussen u en het ingehaalde voertuig kleiner is
dan 10 km/h.
Het systeem reageert als het snelheidsverschil
tussen u en het inhalende voertuig kleiner is
dan 70 km/h.
WAARSCHUWING
06
BLIS werkt niet in scherpe bochten.
BLIS werkt niet wanneer u achteruitrijdt.
Een brede aanhanger achter de auto kan
het zicht ontnemen op andere voertuigen
op aangrenzende rijstroken. Dit kan ertoe
leiden dat BLIS geen voertuigen in dit afge-
schermde gebied kan waarnemen.
126
Daglicht en donker
Bij daglicht reageert het systeem op de con-
touren van omringende voertuigen. Het sys-
teem is geconstrueerd om motorvoertuigen
zoals auto's, vrachtwagens, bussen en motor-
fietsen waar te nemen.
Bij donker reageert het systeem op de kop-
lampen van omringende voertuigen. Als een
voertuig de koplampen niet heeft ontstoken,
zal het systeem dit voertuig dan ook niet kun-
nen waarnemen. Dit houdt in dat het systeem
bijvoorbeeld niet reageert op een aanhanger
achter een auto of vrachtwagen, omdat daar
geen brandende koplampen op zitten.
WAARSCHUWING
Het systeem reageert niet op fietsers en
bromfietsers.
De BLIS-camera's kunnen hinder ondervin-
den van de aanwezigheid van felle licht-
bronnen of juist de afwezigheid van
lichtbronnen (wegverlichting of voertuigver-
lichting) bij ritten in het donker. Het systeem
kan uit de afwezigheid van licht ten onrech-
te opmaken dat de camera's zijn afgedekt.
In beide gevallen verschijnt er een melding
op het informatiepaneel.
Bij ritten in dergelijke omstandigheden is
het mogelijk dat het systeem tijdelijk minder
goed kan presteren (zie pagina 127), waar-
bij een displaymelding verschijnt.
Wanneer de displaymelding spontaan ver-
dwijnt, werkt het BLIS weer naar behoren.
De BLIS-camera's kennen ongeveer dezelf-
de beperkingen als het menselijk oog. Dit
houdt in dat ze bijvoorbeeld minder goed
"zien" bij hevige sneeuwval en dichte mist.