3.3 Aankoppelen
De machine kent vele aankoppelingsmogelijkheden, dit om het mogelijk te maken voor het
gebruik aan verscheidene werktuigdragers. Hieronder staan een aantal mogelijkheden
afgebeeld. Voor het aankoppelen van het gekozen systeem wordt de gebruiker verwezen naar
de handleiding van de betreffende werktuigdrager.
3 punt bok
3.3.1
Hydraulische slangen
Om de koppeling compleet te maken dienen de hydraulische slangen aangesloten te worden
aan de werktuigdrager. Breng de slangen van de machine naar de aansluitpunten van de
werktuigdrager. Sluit de snelkoppelingen aan op de daarvoor bestemde aansluiting aan de
werktuigdrager. Let op: dit kan per werktuigdrager verschillen, voor details wordt u verwezen
naar de gebruiksaanwijzing van uw werktuigdrager.
3.3.2
Steunpoten
Na het aankoppelen dienen de steunpoten direct ingeschoven te worden. Dit kan het
makkelijkst gedaan worden als de machine ongeveer 1 meter is opgetild boven de grond.
Palletlepelopname
10
Laadschopsnelwissel