<Controleer instellingen>
<Instellingen DHCP-opties>
Selecteer, als DHCP is ingeschakeld, met deze instellingen of u het DNS-serveradres of de domeinnaam
wilt ophalen met de optionele functies van DHCP.
<Hostnaam verkrijgen>
<Uit>
<Aan>
<DNS dynamische update>
<Uit>
<Aan>
<DNS-serveradres verkrijgen>
<Uit>
<Aan>
<Domeinnaam verkrijgen>
<Uit>
<Aan>
<WINS-serveradres verkrijgen>
<Uit>
<Aan>
<POP-serveradres verkrijgen>
<Uit>
<Aan>
<PING-opdracht>
Selecteer deze optie om te controleren of de machine via een netwerk is verbonden met een computer.
De netwerkverbinding testen(P. 43)
<IPv6-instellingen>
Geef instellingen op om de machine te gebruiken in een IPv6-netwerk.
<Gebruik IPv6>
<Uit>
<Aan>
<IPv6-instellingen controleren>
U kunt het link-localadres controleren dat automatisch is ontvangen.
<Instellingen stateless adres>
Kies deze instelling om het werken met stateless adressen in of uit te schakelen.
<Instellingen stateless adres>
<Uit>
<Aan>
<Controleer instellingen>
<Stateless adres>
<Prefixlengte>
Overzicht van menuopties
DNS configureren(P. 65)
314
IPv6-adressen instellen(P. 44)