•
Als het onderhoud niet correct en regelmatig wordt
uitgevoerd, neemt de kans op letsel of schade aan
het product toe.
•
Maak altijd gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen. Zie
beschermingsuitrusting op pagina 6 .
•
Zet de motor uit en zorg ervoor dat alle onderdelen
van het product zijn afgekoeld voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Maak het product schoon om gevaarlijk materiaal te
verwijderen voordat u het onderhoud uitvoert.
•
Koppel de bougiekap los voordat u onderhoud
uitvoert.
•
De uitlaatdampen van de motor zijn heet en kunnen
vonken bevatten. Gebruik het product niet in
binnenruimtes of in de buurt van brandbaar
materiaal.
•
Breng geen wijzigingen aan het product aan.
Wijzigingen aan het product die niet zijn
goedgekeurd door de fabrikant, kunnen leiden tot
ernstig letsel of overlijden.
Inleiding
WAARSCHUWING: Zorg dat u het
hoofdstuk over veiligheid hebt gelezen en
begrepen voordat u het product gebruikt.
Voordat u het product gebruikt
•
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door en
zorg dat u de instructies hebt begrepen.
•
Lees de motorhandleiding van de motorfabrikant
door.
•
Voer dagelijks onderhoud uit. Zie
Onderhoudsschema op pagina 10 .
Het product starten
1. Open de brandstofklep.
8
Persoonlijke
Werking
•
Gebruik altijd originele accessoires en
reserveonderdelen. Accessoires en wijzigingen die
niet zijn goedgekeurd door de fabrikant, kunnen
leiden tot ernstig letsel of overlijden.
•
Vervang beschadigde, versleten of defecte
onderdelen.
•
Voer alleen onderhoud uit zoals beschreven in deze
bedieningshandleiding. Laat een goedgekeurde
servicewerkplaats alle andere
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren.
•
Verwijder al het gereedschap van het product
voordat u de motor na onderhoud start. Losse
gereedschappen of gereedschappen die aan
draaiende onderdelen zijn bevestigd, kunnen
uitgeworpen worden en letsel veroorzaken.
•
Controleer na onderhoud het trillingsniveau in het
product. Als dit niet correct is, neemt u contact op
met een erkend servicecentrum.
•
Laat een erkende servicewerkplaats regelmatig
onderhoud aan het product uitvoeren.
2. Zet de gashendel ⅓ open.
3. Zet de chokehendel in de juiste positie.
a) Sluit de choke als de motor koud is.
b) Open de choke als de motor warm is of als de
omgevingstemperatuur hoog is.
1/3
1096 - 002 - 26.02.2020