8
De papiersoort selecteren (Windows)
Als u vanuit een softwaretoepassing afdrukt met de optie Afdrukken, kunt u instellen welke papiersoort u voor
uw afdruktaak wilt gebruiken. Als uw standaardpapiersoort bijvoorbeeld Letter is, maar u voor de afdruktaak een
andere papiersoort wilt gebruiken, selecteert u die specifieke papiersoort.
1.
Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2.
Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om
het printerstuurprogramma te openen.
OPMERKING:
In Windows-10, 8.1 en 8 hebben deze toepassingen een andere indeling met andere functies ten opzichte
van wat hieronder wordt beschreven voor desktoptoepassingen. Voer de volgende stappen uit om de
functie voor afdrukken vanaf een app in het Start-scherm te openen:
Windows 10: Selecteer Afdrukken en selecteer vervolgens de printer.
●
Windows 8.1 of 8: Selecteer Apparaten, selecteer Afdrukken en selecteer de printer.
●
Als Meer instellingen is geselecteerd, zal de toepassing HP AiO Printer Remote aanvullende driverfuncties
voor de driver HP PCL-6 downloaden.
3.
Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4.
Selecteer de papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
5.
Klik op OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het dialoogvenster Afdrukken
op de knop Afdrukken om de taak af te drukken.
Als de lade geconfigureerd moet worden, wordt er een configuratiebericht over de lade op het
bedieningspaneel van de printer weergegeven.
6.
Vul de lade met het opgegeven type en formaat papier en sluit de lade.
7.
Raak de knop
knop
Wijzigen
8.
Selecteer de juiste papiersoort en het juiste formaat en raak de knop
NLWW
De naam van de knop verschilt per softwareprogramma.
OK
aan om het gedetecteerde formaat en de gedetecteerde soort te accepteren, of raak de
aan als u een ander papierformaat of een andere papiersoort wilt kiezen.
OK
aan.
151