Inhoudsopgave
Advertenties
10.2 INSCHAKELEN EN RIJDEN
1. De contactsleutel (10) staat in de UIT-stand
Positie.
2. Draai de contactsleutel van de machine met de
klok mee naar AAN. De
oplaadstatusindicator (6) gaat branden.
3. De rijrichting met de rijrichtingschakelaar
Selecteer (5). Omhoog = vooruit, omlaag
= achteruit.
4. Stel nu de transmissiesnelheid in door aan de
schakelhendel (9) te draaien. Er zijn twee
snelheden "LOW" = langzaam / "HIGH" =
snel.
5. Pak nu beide bedieningshendels (2 + 8) vast.
Ontgrendel de koppelingshendel (1) door
de rode hendel naar beneden te drukken
en plaats deze met uw linkerhand op de
bedieningshendel. De machine begint te
bewegen. Draai de gashendel (11)
rechtsom om meer snelheid te maken.
6. U kunt sturen met de twee stuurremhendels op
de bedieningshendels (2 + 8) door een
ketting te blokkeren met de betreffende
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12
Het is verboden om op doorhangende grond te
rijden als de machine zou kunnen kantelen. Rijd
achteruit met de minimale snelheid en pas op dat
u geen obstakels raakt. Mocht dit toch gebeuren,
laat de bedieningselementen dan onmiddellijk
los. De machine stopt automatisch.
GEBRUIK
7. Om te stoppen laat u de koppelingshendel (1)
gewoon terugklappen in de uitganspositie
De machine is uitgerust met een mechanische trommelrem die
de kettingen vergrendelt in de parkeer- of niet-gebruikspositie.
Het is daarom onmogelijk dat de machine wegrolt.
De rem wordt automatisch losgelaten zodra de
Koppelingshendel wordt bediend.
Laat de koppelingshendel los om te stoppen. De hendel keert
automatisch terug naar zijn oorspronkelijke positie. De
machine remt en stopt. De trommelrem grijpt in.
In gevaarlijke situaties komt de machine onmiddellijk tot
stilstand door de bedieningselementen los te laten.
10.2 SCHAKEL UIT
Klap de koppelingshendel terug in de uitgangspositie.
Om de machine uit te schakelen, draait u de sleutel linksom
naar de UIT-stand.
Draai de gashendel terug naar de oorspronkelijke stand.
stuurremhendel.
D
15
Advertenties
Inhoudsopgave
