Het instellen van de tempera-
tuur
De temperatuur voor de koelzone kunt
u instellen met behulp van de tempera-
tuurregelaar.
Hoe hoger resp. lager de temperatuur
in de koelzone is, des te hoger resp. la-
ger is de temperatuur in het diepvries-
vak.
^ Draai de temperatuurregelaar met
een muntje vanuit stand "0" naar
rechts.
Hoe verder u draait, des te lager de
temperatuur in het apparaat.
Wanneer u de temperatuur instelt, ver-
schijnt deze knipperend in de tempera-
tuuraanduiding.
Draai de temperatuurregelaar niet
verder dan het punt waarop u weer-
stand voelt.
Draait u verder dan raakt de re-
gelaar beschadigd.
Downloaded from www.vandenborre.be
Downloaded from www.vandenborre.be
De juiste temperatuur
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het
bedieningspaneel geeft altijd de ge-
wenste temperatuur aan.
Wanneer u bijv. wilt dat de koelzone op
een temperatuur van 5 °C koelt,
^ draai de temperatuurregelaar dan
vanuit stand "0" zo ver naar rechts
totdat de temperatuuraanduiding 5
aangeeft.
In het diepvriesvak wordt de tempera-
tuur dan gemiddeld ca. -18 °C.
Binnen het aangegeven temperatuur-
bereik (bijv. tussen de 5°C en 3°C) kan
een iets lagere temperatuur worden in-
gesteld.
^ Draai de temperatuurregelaar bijv.
vanuit stand 5°C langzaam naar
rechts totdat in de temperatuuraan-
duiding kort "5°C" gaat knipperen.
De lagere temperatuur wordt in de tem-
peratuuraanduiding overgenomen.
Wanneer de deur van het apparaat
vaak wordt geopend, er veel levens-
middelen ineens in het apparaat wor-
den gelegd of de omgevingstempera-
tuur hoog is, adviseren wij voor de koel-
zone een temperatuur van 3°C tot 5°C.
17