GEBRUIKERSHANDLEIDING
Schaarhefbruggen
Controleer of de hefbrug in zijn onderste
stand geparkeerd staat. Rij voorzichtig
het voertuig op de hefbrug. Parkeer het
voertuig in het midden van het platform.
Opnamepunten
Plaats de opnamerubbers onder de
krikopnamepunten van het voertuig
conform opgave autofabrikant.
Stijgen
Zet de hoofdschakelaar (C) in de "1"
positie en draai evt. de noodstopknop in
de goede positie druk op de stijgknop
(D) tot de gewenste hoogte is bereikt.
Laat de stijgknop los. Druk nu op
parkeerknop (A) om de hefbrug in zijn
vergrendeling te laten zakken. De
hefbrug stopt nu automatisch.
Dalen
Druk de daalknop (E) in. De hefbrug zal
hierna dalen tot 300 mm boven de
grond. Kijk of de veiligheidsruimte onder
en rondom de lift vrij is van personen of
obstakels. Laat nu de hefbrug verder
zakken door op de parkeerknop (A) te
drukken.
•
NOODDALEN (Fig.15)
In geval van een stroomstoring is het
mogelijk om de hefbrug te laten dalen
op de volgende wijze:
1.
Zet de hoofdschakelaar in de "0"
positie.
2.
Verwijder de schroefdop B van het
daalventiel.
3.
Verwijder de magneetspoel van
het daalventiel.
Industrieterrein IJsselveld, Vlasakker 11, 3417 XT, MONTFOORT, The Netherlands
ASB3008
ASB3008/1ph
4.
Monteer schroefdop B op het
daalventiel en draai deze aan om
de hefbrug te laten dalen.
AUTEC Hefbruggen bv
Tel: +31 348 477000 Fax: +31 348 475104 E-mail:
A
B
Fig.15
info@autec.nl
- 6 -
UITGAVE 15-8-2012
nl-TA-ASB3008