Inhoudsopgave
Advertenties
Drukbegrenzingsventiel
Draairichting controleren
Installeer de ontluchtingsschroef
Het veiligheidsventiel gebruiken
Oliepeil controleren
VOORZICHTIG!
Het drukbegrenzingsventiel mag niet gewijzigd worden.
Controleer bij de inbedrijfstelling of de draairichting van de aandrijfmotor
juist is. Zie daarvoor de pijl op de motorbehuizing of de afbeelding in
hoofdstuk "Installeren, elektrisch".
WAARSCHUWING!
Letselgevaar door draaiende ventilatorpropeller
De draaiende ventilatorpropeller onder de ventilatorkap van
de motor kan ernstig letsel veroorzaken.
–
De pomp mag alleen met bevestigde ventilatorkap op
het stroomnet worden aangesloten.
Vervang de borgschroef op de olievulpijp door de meegeleverde ontluch‐
tingsschroef (zie hoofdstuk "Overzicht van apparaat en besturingsele‐
menten").
Lichte olievlekken aan de pomp zijn bij een nieuw product
geen teken van lekkage.
–
Veeg de olievlekken af en observeer de plekken. Neem
pas contact op met de leverancier indien er opnieuw
vlekken optreden.
VOORZICHTIG!
Gevaar door onjuiste toepassing van veiligheidsventiel
Alleen de motor en de overbrenging worden door het veilig‐
heidsventiel beschermd, en dat uitsluitend tegen een ontoe‐
laatbare overdruk die door de doseerpomp zelf wordt veroor‐
zaakt. De installatie wordt door het veiligheidsventiel niet
beschermd tegen overdruk.
–
Bescherm de motor en de overbrenging met behulp van
andere mechanismen tegen een ontoelaatbare overdruk
van de installatie.
–
Bescherm de installatie met behulp van andere mecha‐
nismen tegen een ontoelaatbare overdruk.
De werkelijke druk ligt boven de nominale druk (de druktrap) - zie hoofd‐
stuk "Technische gegevens".
Controleer wanneer de pomp stilstaat of het oliepeil van de pomp zich in
het midden van het oliekijkglas bevindt.
Zo sluit u uit dat de pomp olie heeft gelekt en daardoor beschadigd raakt.
Inbedrijfname en bedrijfsmodus
37
Advertenties
Inhoudsopgave
