j
Zet de naaimachine uit.
VOORZICHTIG
● Schakel de machine uit wanneer u de machine
inrijgt zonder de naaldinrijger (voor modellen
die zijn toegerust met de naaldinrijger).
Wanneer u per ongeluk op het voetpedaal trapt
en de machine start, kunt u letsel oplopen.
k
Rijg de naald van voren naar achteren in en trek
ongeveer 5 cm (2 inch) draad uit.
Opmerking
● Als de draadophaalhendel omlaag staat, kunt u de
bovendraad niet om de draadophaalhendel
wikkelen. Zet de persvoethendel en de
draadophaalhendel omhoog voordat u de
bovendraad invoert.
● Als u de draad niet goed invoert, kan dit leiden tot
problemen bij het naaien.
■ Werken met de naaldinrijger (voor modellen
die zijn uitgerust met een naaldinrijger)
VOORZICHTIG
● U kunt de naaldinrijger gebruiken met naalden
voor huishoudnaaimachines 75/11 t/m 100/16.
U kunt de naaldinrijger niet gebruiken met de
naald voor huishoudnaaimachines 65/9.
Wanneer u een speciale draad gebruikt zoals de
doorzichtige nylon draad of metallic draad, kunt
u de naaldinrijger niet gebruiken.
● Draad met een dikte van 130/120 of dikker kunt
u niet gebruiken met de naaldinrijger.
● U kunt de naaldinrijger niet gebruiken met de
platte naald en de tweelingnaald.
● Als u de naaldinrijger niet kunt gebruiken, zie
dan "Bovendraad inrijgen" (pagina 15).
a
j
a
Volg stap
t/m
"Bovendraad inrijgen".
b
Zet de persvoethendel omlaag.
a 5 cm (2 inch)
van de procedure in
c
Terwijl u de naaldinrijghendel omlaag zet, haakt
u de draad op de geleider.
Zet de naaldinrijghendel geheel omlaag.
d
De haak gaat door het oog van de naald en
pakt de draad.
a Haak
b Draad
Laat de naaldinrijghendel los. Trek aan de lus
e
van de draad.
a Lus draad
VOORZICHTIG
● Trek niet te hard aan de draad, want dan kan de
naald verbuigen.
● Als de draad niet door het oog van de naald
gaat, begin dan opnieuw vanaf stap
1
a Naaldhouder
b Naaldinrijghendel
c Geleider
c
.
17