1 kabelconnector van de kaart met aan-
uitknop
3 polssteun
VOORZICHTIG:
haal de polssteun voorzichtig los van de computer om te voorkomen dat u de polssteun beschadigt.
16. Begin bij de rechter-/linkerkant van de polssteun en gebruik uw vingers om de polssteun uit de computerbehuizing te halen.
17. Verwijder de polssteun uit de computer.
De polssteun terugplaatsen
1. Volg de procedures in
Voordat u
2. Lijn de polssteun uit met de computer en klik de steun voorzichtig op zijn plek.
3. Plaats de drie schroeven terug op de polssteun.
4. Sluit de kabel van de kaart met de aan-uitknop en de touchpadkabel aan op de respectieve moederbordconnectoren.
5. Leg de minikaartantennekabels aan en geleid de kabels via de kabelgeleidingssleuf naar de onderkant van de computer.
6. Sluit de beeldschermkabel, de camerakabel en de Bluetooth-plaatkabel aan op de respectieve moederbordconnectoren.
7. Plaats het toetsenbord terug (zie
8. Plaats het afdekkapje van de centrale besturingselementen terug (zie
9. Plaats de elf schroeven terug aan op de onderkant van de computer.
10. Geleid de minikaartantennekabels via de kabelgeleiders naar de onderkant van de computer en plaats de minikaart terug (zie
terugplaatsen).
11. Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie
12. Plaats de moduleplaat terug (zie
13. Plaats het optische station terug (zie
14. Plaats de vaste schijf terug (zie
15. Plaats de batterij terug (zie
2 schroeven (3)
4 connector
touchpadkabel
begint.
Het toetsenbord
terugplaatsen).
De geheugenmodules
De moduleplaat
terugplaatsen).
Het optische station
terugplaatsen).
De vaste schijf
plaatsen).
De batterij
terugplaatsen).
Het afdekkapje van de centrale besturingselementen
terugplaatsen).
terugplaatsen).
De minikaart