S.A.F.E. MOTORSYSTEEM
Deze buitenboordmotor is uitgerust met S.A.F.E.
(Speed Adjusting Failsafe Electronics).
S.A.F.E. is een motorbewakingssysteem dat wordt
geregeld door de EMM (Engine Management Mo-
dule). De EMM volgt de motorsensoren op. Als zich
een situatie voordoet met gevaar op permanente
motorschade, beperkt de EMM het motortoerental
tot 1.200 tpm.
Als de motor in de S.A.F.E.-modus staat, zal de bui-
tenboordmotor voelbaar schokken als hij wordt op-
gevoerd tot meer dan 1.200 tpm.
Voor extra beveiliging in zware gebruiksomstandig-
heden zal de EMM de motor UITschakelen.
A WAARSCHUWING
In de S.A.F.E.-modus, wordt het motortoeren-
tal beperkt. In bepaalde omstandigheden kan
de beperkte motorsnelheid leiden tot een ver-
minderde manoeuvreerbaarheid van uw boot.
Indien de S.A.F.E.-modus is geactiveerd en u
het probleem niet kunt oplossen, vraag dan
om bijstand en/of keer terug naar de haven. Er
is kans op ernstige motorschade, motoronder-
breking, en/of beperkte manoeuvreerbaarheid.
De EMM activeert de S.A.F.E.-modus in de volgen-
de gevallen:
• Waarschuwing NO OIL, wijst op een bijna lege
olietank. Zie De olietank vullen en HET OLIE-
SYSTEEM VULLEN op pagina 20.
• Waarschuwing OVERHEAT, wijst op een over-
verhitte motor of EMM. Zie OVERVERHITTING
VAN DE MOTOR op pagina 43.
• Waarschuwing FAULT, wijst erop dat er een pro-
bleem bestaat. De EMM heeft een probleem met
de buitenboordmotor vastgesteld. Vraag om bij-
stand en/of keer onmiddellijk terug naar de ha-
ven. Raadpleeg uw dealer.
MOTORCONTROLE
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR
starten - zonder watertoevoer. Zie DOORSPOE-
LEN op pagina 54.
Wanneer de buitenboordmotor draait, moeten de
waterinlaten zich constant helemaal onder water
bevinden en niet verstopt zijn. Houd u aan de juiste
spiegelhoogte en tilthoek. Als de buitenboordmotor
draait, moet er een constante waterstraal uit de wa-
terpompcontroleslang van de buitenboordmotor ko-
men. Controleer de slang geregeld, vooral wanneer
u vaart in water met veel wier, modder of afval en
bij extreme trimhoeken.
1. Waterinlaatzeven
2. Waterpompindicator
Als de motor oververhit raakt, zal de S.A.F.E.
(Speed Adjusting Failsafe Electronics)-modus het
toerental van de motor onmiddellijk beperken tot
1200 tpm. Als de motor sneller draaide dan
1.200 tpm wanneer de S.A.F.E.-modus werd geac-
tiveerd, zal hij voelbaar schokken. Het bescher-
mingssysteem moet worden
de motor weer werkt op toerentallen van meer dan
1.200 tpm. In bepaalde omstandigheden zal de
EMM de motor uitschakelen.
Het systeem RESETTEN na oververhitting:
• De motor moet worden afgezet en de koeltempe-
ALS
waterstraal uit de waterpompcontroleslang stag-
neert of niet constant loopt, neem dan gas terug tot
stationair en:
1) Schakel naar VRIJLOOP.
2) ZET de motor AF.
Laat uw buitenboordmotor niet
MERK OP
draaien - zelfs niet om even te
1
ratuur hersteld.
de S.A.F.E.-modus wordt geactiveerd en de
2
007031
GERESET
voordat
43