4
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen. Als het onderwerp slecht
belicht wordt, gaat mogelijk de AF-
hulpverlichting (0 15) branden om te
helpen bij de scherpstelbewerking.
z
Als de camera kan scherpstellen, wordt het
geselecteerde scherpstelveld groen
gemarkeerd en klinkt een signaal (er
klinkt mogelijk geen signaal als het
onderwerp beweegt).
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt
het scherpstelveld rood weergegeven.
5
Maak de foto.
Druk voorzichtig de ontspanknop
helemaal in om de sluiter te ontspannen
en de foto te vast te leggen. Het
toegangslampje van de geheugenkaart
brandt en de foto wordt enkele
seconden in de monitor weergegeven
(de foto verdwijnt automatisch uit het
scherm en de camera is klaar voor
gebruik wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt). Werp de
geheugenkaart niet uit of verwijder of
ontkoppel niet de voedingsbron voordat
het toegangslampje uit is en de opname is
voltooid.
26
Scherpstelveld
Toegangslampje
geheugenkaart