5 Bedien
handmatig
overdrukveiligheidsklep om zeker te zijn dat het water
ongehinderd doorheen de afvoerleiding kan vloeien.
4.3.5
De waterleidingen isoleren
De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden
geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en om
ervoor te zorgen dat de verwarmings- en koelcapaciteit niet
vermindert.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
5
Elektrische installatie
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
VOORZICHTIG
Duw of leg GEEN overtollige kabellengte in de unit.
OPMERKING
De afstand tussen de kabels voor hoge spanning en deze
voor lage spanning moet minstens 50 mm bedragen.
WAARSCHUWING
Zorg dat de elektrische bedrading de koelmiddelgasleiding,
die erg heet kan zijn, NIET raakt.
a Koelmiddelgasleiding
5.1
Over het voldoen aan de normen
inzake elektriciteit
Alleen voor de back-upverwarming van de binnenunit
Zie
"5.3.2 De voeding van de back-upverwarming
5.2
Richtlijnen voor het aansluiten van
de elektrische bedrading
Aanhaalmomenten
Binnenunit:
Onderdeel
M4 (X1M, X2M, X5M)
M4 (aarde)
5.3
Aansluitingen op de binnenunit
Onderdeel
Elektrische voeding
Zie
"5.3.1 De hoofdvoeding
aansluiten" [ 4 10].
(primair)
EHFH03S18DJ3V
Daikin Altherma 3 R F
4P596803-1 – 2019.10
de
ter
plaatse
geplaatste
meeraderige
kabel
a
aansluiten" [ 4 11].
Aanhaalkoppel (N•m)
1,2~1,5
1,2~1,5
Beschrijving
Onderdeel
Elektrische voeding
(back-upverwarming)
Gebruikersinterface
Afsluiter
Elektrische meters
Warmtapwaterpomp
Alarmuitgang
Bediening
ruimtekoeling/-
verwarming
Omschakeling naar
regeling externe
warmtebron
Digitale ingangen
als
energieverbruik
Veiligheidsthermostaat Zie
Kamerthermostaat
(bedraad of draadloos)
5 Elektrische installatie
Beschrijving
Zie
"5.3.2 De voeding van de back-
aansluiten" [ 4 11].
upverwarming
Zie
"5.3.3 De gebruikersinterface
aansluiten" [ 4 12].
Zie
"5.3.4 De afsluiter aansluiten
(verwarming/koeling)" [ 4 13].
Zie
"5.3.5 De elektriciteitsmeters
aansluiten" [ 4 13].
Zie
"5.3.6 De pomp van het warm tapwater
aansluiten" [ 4 14].
Zie
"5.3.7 De alarm-output
aansluiten" [ 4 14].
Zie
"5.3.8 De AAN/UIT-output van de
ruimtekoeling/verwarming
aansluiten" [ 4 15].
Zie
"5.3.9 De omschakeling naar de
aansluiten" [ 4 15].
externe warmtebron
Zie
"5.3.10 De digitale inputs voor het
aansluiten" [ 4 16].
energieverbruik
"5.3.11 De veiligheidsthermostaat
(normaal gesloten contact)
aansluiten" [ 4 16].
Zie:
▪ Installatiehandleiding
draadloze kamerthermostaat
▪ Installatiehandleiding
bedrade (digitale of analoge)
kamerthermostaat+basisunit
voor multizones
▪ Aansluiting
van
de
(digitale
of
kamerthermostaat
basisunit voor multizones
▪ Aansluiting voor de basisunit
voor multizones op de binnenunit
▪ Bijlageboek
met
uitrustingen en apparatuur
Draden voor bedrade
kamerthermostaat: (3 voor koeling/
verwarming; 2 voor alleen
verwarming)×0,75 mm²
Draden voor draadloze
kamerthermostaat: (5 voor koeling/
verwarming; 4 voor alleen
verwarming)×0,75 mm²
Maximale stroomsterkte: 100 mA
Voor de primaire zone:
▪ [A.2.1.7] Unitbestur.methd
▪ [A.2.2.4] Primair contact
Voor de secundaire zone:
▪ [A.2.2.5] Sec. contact
Installatiehandleiding
van
de
van
de
bedrade
analoge)
op
de
optionele
9