Afdrukken
Invoegpagina's afdrukken
U kunt blanco of voorbedrukte invoegpagina's invoegen vóór de eerste pagina van elk document of
na specifieke pagina's in het document. Door het toevoegen van een invoegpagina na specifieke
pagina's in een document kunt u secties in het document scheiden of markeren. Zorg dat u het
papier opgeeft dat voor de invoegpagina's moet worden gebruikt.
•
Invoegopties: Dit zijn de opties om een invoeging te plaatsen Na pagina X, waarbij X de
opgegeven pagina is, of Voor pagina 1.
Aantal: Geef het aantal pagina's op dat op een bepaalde plaats moet worden ingevoegd.
•
•
Pagina's: Hiermee kunt u de pagina of het bereik van de pagina's opgeven waarbij gebruik
wordt gemaakt van de kenmerken van de afwijkende documentpagina's. Afzonderlijke
pagina's of paginabereiken moeten met komma's van elkaar worden gescheiden. Geef
pagina's binnen een bereik aan met een streepje. Als u bijvoorbeeld pagina's 1, 6, 9, 10 en 11
wilt opgeven, dan typt u 1,6,9-11.
Papier: Toont het standaardformaat, de standaardkleur en standaardsoort van het papier,
•
die zijn geselecteerd bij Opdrachtinstellingen gebruiken. Als u het formaat, de kleur of de
soort wilt selecteren, klikt u op de pijlen naast Papier en selecteert u vervolgens opties.
•
Opdrachtinstelling: Toont de papierkenmerken voor de rest van de opdracht.
Afwijkende documentpagina's afdrukken
De instellingen voor afwijkende documentpagina's zijn niet hetzelfde als voor de rest van de
pagina's in de opdracht. U kunt verschillen zoals paginaformaat, paginasoort en paginakleur
opgeven. U kunt ook de te bedrukken zijde van het papier wijzigen als dat nodig is voor uw opdracht.
Een afdrukopdracht kan meerdere afwijkende documentpagina's bevatten.
Uw afdrukopdracht bestaat bijvoorbeeld uit 30 pagina's. U wilt vijf pagina's alleen op één zijde
speciaal papier afdrukken, en de rest van de pagina's 2-zijdig op gewoon papier. U kunt afwijkende
documentpagina's gebruiken om deze opdracht af te drukken.
Stel in het dialoogvenster Afwijkende documentpagina's toevoegen de kenmerken van de
afwijkende documentpagina's in en selecteer de afwijkende papierbron.
Pagina's: Hiermee kunt u de pagina of het bereik van de pagina's opgeven waarbij gebruik
•
wordt gemaakt van de kenmerken van de afwijkende documentpagina's. Afzonderlijke
pagina's of paginabereiken moeten met komma's van elkaar worden gescheiden. Geef
pagina's binnen een bereik aan met een streepje. Als u bijvoorbeeld pagina's 1, 6, 9, 10 en 11
wilt opgeven, dan typt u 1,6,9-11.
•
Papier: Toont het standaardformaat, de standaardkleur en standaardsoort van het papier,
die zijn geselecteerd bij Opdrachtinstellingen gebruiken.
Met Dubbelzijdig afdrukken kunt u de opties voor 2-zijdig afdrukken selecteren. Klik op Pijl
•
omlaag en selecteer een optie:
−
1-zijdig afdrukken - hiermee worden de afwijkende documentpagina's slechts op één zijde
afgedrukt.
2-zijdig afdrukken - hiermee worden de afwijkende documentpagina's op beide zijden van
−
het papier afgedrukt en worden de pagina's langs de lange zijde omgeslagen. De opdracht
kan dan langs de lange zijde van het papier worden ingebonden.
−
2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant - hiermee worden de afwijkende
documentpagina's op beide zijden van het papier afgedrukt en worden de pagina's langs
de korte zijde omgeslagen. De opdracht kan dan langs de korte zijde van het papier worden
ingebonden.
96
Xerox
®
Phaser
®
Handleiding voor de gebruiker
6510-kleurenprinter