de HP Multi Jet Fusion-technologie een veelzijdigheid en potentieel die u niet zult aantreffen bij andere
3D-afdruktechnologieën.
Naast samensmeltings- en toevoeragents kan de HP Multi Jet Fusion-technologie aanvullende
agents gebruiken om de eigenschappen bij elke volumetrische pixel (of voxel) te veranderen. Deze
transformatieagents, die punt-voor-punt over elke dwarsdoorsnede worden achtergelaten, stellen de HP
Multi Jet Fusion-technologie in staat onderdelen te produceren die niet via andere methoden kunnen
worden vervaardigd.
Met dank aan HP's diepgaande kennis van kleuren, kunnen HP Multi Jet Fusion-printers naar keuze op
elke voxel een andere kleur afdrukken met behulp van agents die de kleurstoffen cyaan, magenta, geel of
zwart (CMYK) bevatten.
De langetermijnvisie voor de HP Multi Jet Fusion-technologie is het maken van onderdelen met
regelbaar variabele – zelfs zeer verschillende – mechanische en fysieke eigenschappen binnen één
onderdeel of tussen afzonderlijke onderdelen die dan tegelijkertijd in het werkgebied worden verwerkt.
Dit wordt bewerkstelligd door de onderlinge interactie tussen de samensmeltings- en toevoeragents
onderling, het te versmelten materiaal en de aanvullende transformatieagents te regelen.
De HP Multi Jet Fusion-technologie kan ontwerp- en productiemogelijkheden leveren die de grenzen van
onze verbeelding te boven gaan. Dat is nu eenmaal het resultaat van technologische doorbraken.
Aanbevelingen voor gebruik
Een samenvatting van het afdrukproces.
1.
Bereid uw ontwerp voor om af te drukken: open het 3D-model en controleer dit op fouten met de
eenvoudig te gebruiken HP-software.
2.
Modellen inpakken en naar de printer verzenden: plaats meerdere modellen in de software en
verzend de taak naar de printer.
3.
Voeg materialen toe: plaats de materiaalcartridges in het verwerkingsstation.
4.
Geautomatiseerde vermenging: het bijvullen en mengen zal op schone wijze verlopen omdat het
verwerkingsstation is meegeleverd en geautomatiseerd. Materialen worden in de buildunit geladen.
5.
Verwijder de buildunit uit het verwerkingsstation.
6.
Schuif de buildunit in de printer.
7.
Afdrukken met voxelcontrole: Tik op Start om extreem nauwkeurige afmetingen te krijgen en details
te onderzoeken, dankzij HP's unieke afdrukproces met meerdere agents.
8.
Gestroomlijnde workflow: De buildunit kan worden verwijderd uit de printer – die is nu klaar is voor de
volgende build – en kan worden teruggeplaatst in het verwerkingsstation.
Aanbevelingen voor gebruik
3