Andere afdrukbewerkingen
Afdrukken met gebruikmaking van de Finisher
U kunt afgedrukt papier sorteren, nieten of perforeren door finishers te installe-
ren. Lees de volgende voorzorgsmaatregelen zorgvuldig wanneer u finishers
gebruikt.
Belangrijk
❒ Maak de instellingen voor de apparaatopties met gebruikmaking van het
printerstuurprogramma als bidirectionele comunicatie is uitgeschakeld.
❒ Stel via het printerstuurprogramma het papierformaat en de afdrukstand in
3
wanneer u de afdrukfuncties duplex, boekje, combineren (lay-out), nieten of
perforeren gebruikt.
Opmerking
❒ Afhankelijk van de toepassing, zijn afdrukinstellingen mogelijk niet inge-
schakeld en voldoen afdrukken soms niet aan de verwachting.
❒ Wanneer u via het printerstuurprogramma nieten of sorteren instelt, moet het
selectievakje Sorteren zijn uitgeschakeld in het dialoogvenster [Afdrukken] van
de toepassing. Als Sorteren is ingeschakeld in de toepassing, wordt er niet op
de gewenste wijze afgedrukt.
❒ Na hervatten van de afdruktaak na een papierstoring, is de afdrukpositie mo-
gelijk gewijzigd afhankelijk van de plaats van de papierstoring.
• Als een papierstoring optreedt in de optionele finisher, wordt de afdruk-
taak hervat vanaf eerste pagina of huidige pagina van de afdruktaak af-
hankelijk van de plaats van de papierstoring.
• Als de papierstoring optreedt in het apparaat, wordt de afdruktaak hervat
vanaf de pagina die op het moment van de papierstoring wordt afgedrukt.
❒ Zelfs als de papierstoring optreedt in het apparaat, wordt de fout niet verhol-
pen zonder dat de klep van de finisher wordt geopend en gesloten.
Verwijzing
Zie de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over de af-
drukfuncties duplex, boekje of gecombineerd (lay-out).
Zie Probleemoplossing voor informatie over optionele finishers.
Zie Probleemoplossing voor informatie over het oplossen van papierstoringen.
112