De Basisinstellingen Uitvoeren; Installatie Van De Kaart - Husqvarna AUTOMOWER 550 EPOS Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails
Zie ook voor AUTOMOWER 550 EPOS:
- Gebruiksaanwijzing (48 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (52 pagina's) ,
- Beknopte handleiding (8 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
3.8.7 De basisinstellingen uitvoeren
Als het product voor de eerste keer wordt ingeschakeld,
moet u enkele basisinstellingen instellen voordat u het
product kunt gebruiken. U moet het product en de
®
Automower
Connect-app koppelen om objecten te
kunnen installeren op de kaart, de instellingen te kunnen
wijzigen en het product te kunnen bedienen. U kunt de
Automower
®
Connect-app rechtstreeks of via de
™
Husqvarna Fleet Services
-app openen.
1.
Schakel het product in.
Let op:
De Bluetooth
gedurende 3 minuten actief. Als het koppelen
binnen deze periode niet is gelukt, schakelt u
het product uit, en schakelt u het vervolgens
weer in.
2.
Meld u aan bij uw Husqvarna-account in de
®
Automower
Connect-app.
®
3.
Start Bluetooth
op uw mobiele apparaat.
4.
Selecteer
Mijn maaiers in de Automower
Connect-app en selecteer vervolgens Uw product
toevoegen.
5.
Voer de pincode van de fabriek in.
6.
Koppel het product en het referentiestation.
7.
Koppel het product en het laadstation.
8.
Kies of u de GeoFence wilt inschakelen.
Let op:
U hoeft de Automower
product slechts eenmaal te koppelen.
3.8.8 Installatie van de kaart
Op de kaart kunt u de volgende objecten installeren in
®
de Automower
Connect-app:
•
Werkgebieden (A)
Te vermijden zones (B)
•
Transportpad (C)
•
Laadstation (D)
•
•
Nuttig punt (E)
Werkgebied, bijgebied (G)
•
18 - Installatie
®
-koppelmodus is
®
®
Connect-app en het
A
B
C
E
Lees en begrijp de instructies over waar u de
kaartobjecten moet plaatsen. Zie
waar de objecten op de kaart moeten worden
geïnstalleerd op pagina 15 .
Voor een complete kaartinstallatie zijn een werkgebied
en een laadstation nodig.
Een werkgebied is een gebied waar het product kan
werken en automatisch gras kan maaien. Een
werkgebied wordt gespecificeerd door virtuele grenzen.
Het laadstation kan in het werkgebied worden geplaatst,
of dichtbij het werkgebied dat met een transportpad is
verbonden. Een werkgebied zonder laadstation in het
werkgebied en dat niet via een transportpad is
verbonden met een laadstation, wordt gebruikt als een
bijgebied. Er kunnen maximaal 20 werkgebieden op een
kaart worden geïnstalleerd.
Een transportpad is een opgegeven pad tussen het
koppelpunt vóór het laadstation en een werkgebied. Het
product kan automatisch werken op dit pad, maar maait
geen gras. Een transportpad kan tijdelijk worden in- en
uitgeschakeld in de app.
Er kunnen te vermijden zones worden gemaakt als er
gebieden zijn waar het product niet mag werken. Een te
vermijden zone wordt gespecificeerd door virtuele
grenzen. Te vermijden zones kunnen tijdelijk worden in-
en uitgeschakeld in de app.
F
G
D
A
Om te onderzoeken
1576 - 003 - 30.12.2020
Advertenties
Inhoudsopgave
